- 4 - regeling. Zij merkt op niet tegen deze éénmalige subsidie van 4000,te zijn, maar toch van oordeel te zijn dat een bibliotheek het zonder deze subsidie mcet kunnen stellcn. Naar haar mening is de kontributie voor de bibliotheek niet hoog. Zij zegt tenslotte te betwijfelen of de contributie*. inderdaad niet kan worden vorhoogd. De voorzitter zegt het ook jammer te vindcn, dat de post "aanschaf boeken" steeds als sluitpost moet worden geboekt. Hij wijst er evcnwel op, dat er posten zijn zoals b.v. de personeelskosten waaraan niet kan worden getornd. Daar aile kosten steeds maar stijgen en de subsidiœ gelijk blijven bleef er steeds maar één post waaruit kon worden "geput" om de zaak rond te krijgcn t.w. de boekenpost. Dit heeft o.a. tôt gcvolg dat nodige vervanging van toecen ach- terwege moest blijven. Hij zegt, dat de nieuwe bibliotheekwet een ruimere subsidie toelcent aan de bibliothe— ken. Gcdacht wordt aan enn subsidie van 50$ in de totale kosten. Dit zou een verruiming betekenen. Al is hiermede niet gezegd, dat de problemen dan uit de woreld zijn geholpen. De vast- stelling van deze nieuwe wet laat op zich wachten, omdat de konsekwenties voor de re- ge^ing nogal verstrekkend zijn. Hij merkt verder op, dat de inkomsten die uit de contributies worden verkregen vrijwel te verwaarlozen zijn. Zouden deze met 50$ worden verhoogd dan zou dit nog maar een druppel op de bekendo gloeiende plaat betekenen. Hij wijst erop, dat contributieverhoging,wettelijk niet mogelijk is. Tenslotte zegt hij, dat om een omzetting van deze bibliotheek in een zelfstandige bibliotheek is govraagd omdat dit aanmcrkclijk in de subsidie scheelt. Volgens de heer Tulner scheelt dit ten minsto 50$. Uiteraard zal het zo zijn, aldus de voorzitter, dat tegenover deze hogere inkomsten ook meer uitgaven staan, maar van de hogere subsidie blijft zeker iets over. De heer ghmminga merkt op blij te zijn, dat de contributie zo laag mogelijk wordt ge- houden. Zijn s in—ziens moet het voor iedereen mogelijk blijven van de faciliteiten van de bi bliotheek gebruik te makon. Hij zegt daarora dan ook niet de mening van mevr. de Boerdat de contributie moet wor den verhoogd, te delen. Do voorzitter zegt met de heer Kamminga van mening te zrçn dat de contributie van do bibliotheek betaalbaar moet blijven. Hij zegt het overigens wel juist te vinden, dat de contributies zo nu en dciu wel worden aangepast en dan .iefst zo geleidelijk mogelijk om te voorkomen dat de verhogin- gen sprcngsgewija moetea plaatsvinden. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 11. Voorstel tôt continuering vm het contract met de uitgever en de redactiecommissie v-->. 'e Skille", alsmede tôt verhoging van de gemeentelijke biidrage. (74/21) De heer Dam zegt, dat zijn fractie, toen het voorstel werd gedaan om een nieuwe krant welke in de plaats kwam van de oude Stienser Omroeper te subsidieren, dit voorstel met graagte heeft gesteund. Vocral toen we l?îçn,dat het doel van de redactie was het onderling kontakt van de bevolking te bevorderen en mee te werken aan een betere samenleving. We waren en zijn dan ook tevreden met deze krant. Onze fraktie wil nog eers ernstig benadrukken, dat zij de doelstelling van de redactie, die een totaalkrant wenststeunt. Wij wensen een zoveel zijdig mogelijke krant, waarin naast algemene informatie, vereni— gngsnieuws en verslagen ook voldoende ruimte is voor kommentarcn en meningsvormende artikelen. De bevolking heeft recht op een dergelijke krant die zij zelf betaald. Wij wensen een zelfstandige redaktie met een zo breed mogelijke samenstelling.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1974 | | pagina 7