1974 r\J l\ a. do gemeente zal, zolar.g de voorschotten niet geheel zijn afgelost, met goedkouring van gedeputeerde staten, of, bij uoigsring, met Koninlclijlce goedlceuringhet rocht hebben elle bezittingen net de voorschotten verkregen, met de daarop rustende las- ten en verplichtingen en aile schulden der instelling, voor zover die ten behoove van die bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over ta nemen tegen betaling von een be&rag, docr gedeputeerde staten gocdgelccurd of, bij v/eigering, door de Koningin vast te otellen, met dien verstande, dat boven het voor de verwerving of instnnei- houding van die bezittingen aangeuende deel van het eigen vermogen van de instel- lin.g slechts een bi llijke vorgoeding voor noodsalcelijke met de eigendoms over gang verband houdende kosten uordt uitgekeerd; f. bij do uitvooring van de plannen, uaarvoor de voorschotten uorden verleend, nogen bcAuursleden der instelling niet middellijk of onmiddellijk zijn betroklcen of voor- doel genietan als aannemer, onderaannemer, uitvoerdcr, arbeider, of architekt; g. de instelling zal de uoningen behoorlijk onderhouden en deze voor de door deckundi- gen to schatten reproductie-uaarde tegen brandschade verzekeren, een en aiidor ten genoegen van burgeraeester en uethovders en met inachtnening van de eventueel van rijlcsuege te geven nadere voorschriften; h. de instelling zal moeten naleven al die vooruaarden en bepâLingen, uellce door de Ilinister met do uitvoering der iJoningioet belast aan de steun van het rijk uorden verbonden en uelker naleving afhankelijk is van medeuerking de^-in-stelling; bedoel- de vooruaarden en bepalingen xrorden geacht bij voorbaat in dit besluit te zijn opge- nomen; I. aan die instelling met ingang van het tijdstip, dat de uoningen voor beuoning gereed zijn, een bijdrage ait de gemeentekas te verstrekken gelijk aan de toe te kennen rijks- bijdrage, als hierna onder B, sub 3e, bedoeld, onder de volgende vooruaarden: a. indien er in enig jaar overschotten op de exploitatie zijn, uorden deze, overeen- komstig artilcel 14 van de Beschikking geldelijlce steun toegelaten instellingen, ge- stort in de reserve als bedoeld in artilcel 22 van het Besluit geldelijke steun volks=> huisvecting; b. er uordt krachtens artilcel 22 van het Besluit geldelijke steun volkshuisvesting, juncto artilcel 6, 2e lid van de Beschikking geldelijke steun toegelaten instellingen, een reserve gevormd tôt dekking van het aan de exploitatie van de uoningen verbonden risico; B» Uit 's-Rijks kas aan te vragen en te aanvaarden: 1e een zo hoog mogelijk grondvoorschot 2e een zo hoog mogelijk bouuvoorschot 23 een zo hoog mogelijk jaarlijkse bijdrage in de ongedekte jaarlijlcse lcosten voortvloeien de uit de normale exploitatie van bovenbedoelde uoningen; 4e een zo hoog mogelijke bijdrage ineens in de grondkosten. 5^ een zo hoog mogelijlc voorschot voor de aanleg van centrale verwarming; in zijn openbare vergaderingjra/i 30 mei de seorataris de Voorzitter J.P. v.d. Kooi) Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in zijn openbare vergaderingjra/i 30 mei f Op een afschrift van dit besluit -vSrzonden aan Gedeputeerde Staten, de hoofdingenieur-directeur van de provinciale directie van Volkshuisvesting.en bouunij- verheid in Priesland en aan de uoningstichting "Leeuuarden-Leeuuarderadee 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1974 | | pagina 55