- 12 -
De heer Bak reageert hierop door te vragen of er dan onder dwang huizen gebouud
moeten worden die niet goed zijn.
De voorzitter vraagt wie kan zeggen dat deze woningen niet goed zijn al s .Volkshuis-
vesting ze heeft goedgekeurd. Hij vraagt of de heer Bak de ambtenaren van Volkshuis—
vesting dan niet vertrouwt.
De heer Dam merkt op dat de heer Bak sleclite ervaringen heeft met zulke woningen.
De voorzitter antwoordt dat de plannen van de woningen zijn toegestuurd aan Volkshuis-
vesting. Deze toetst ze naar de richtlijnen, die zijn vastgesteld. Deze richtlijnen
waren eerst lichter dan nu. De raad kan echter nog wel meer richtlijnen gaan stellen
maar dan zal hij precies moeten weten hoe hij het nu wil hebben. De raad is hier vrii
in. J
lien zal dan wel de konsekwenties op esn rijtje moeten zetten en moeten bekijken wat
dit voor gevolgen heeft voor de premies, voor de huren en voor de burgers die
deze huren zullen moeten gaan betalen. Vroeger was de lage huur blijkbaar belangrijker
dan een beetje geluidshinder. Als nu hogere eisen worden gesteld aan deze huizen
dan zà de huur ook omhoog gaan, terwijl juist geprobeerd is om een lage huur te krij-
gen. De raad heeft ook verzocht om huizen met een betaalbare huur inzonderheid voor
de kleine dorpen te zoekjn.
Maar als de raad nu nog meer eisen gaat stellen aan deze woningen dan aal in de
volgende vergadering de Bouwverordening gewgzigd moeten v/orden.
De heer Bak zegt dat de raad niet meer vraagt dan de minister maar hier wordt ge-
informeerd of deze woningen aan de eisen van de minister voldoen.
De voorzitter antwoordt hierop dat dit aal blijken wanneer de goedkeuring uit Leeu-
warden komt. Wanneer het goedkeuringsstempel op de bescheiden staat dan voldoen zii
aan deze eisen. J
Voldoen ze hier niet aan dan zullen ze herzien moeten worden.
Deze goedkeuring behoeft nog niet te betekenen dat ze geen doorlopende zolder hebben
omdat dit misschien niet zo exact in de richtlijnen van de minister staat vermeld.
De heer Tulner repliceert dat niet bekend is wat de minister nu precies vraagt
en dat is hier het grote probleem. De raad stelt volgens hem niet meer eisen dan de
minier.
Hij zegt dat de voorzitter wacht op het goedkeuringsstempel en dat dan ailes goed is.
Wanneer nu dit stempel de garantie inhoudt dat er iets gedaan wordt aan de geluids-
overlast dan gaat de raad hiermede akkoord.
De voorzitter zegt dat dit ligt aan de richtlijnen, en dat hij daar op dit moment niets
van kan zeggen.
De heer Dam zegt dat hij het spijtig vindt dat de heer Bak en de heer Tulner nu pas met
dit probleem naar voren komen omdat zijn fraktie er al enige maanden geleden bij bur-
gemergtcr en wethouders op aan heeft gedrongen om de Bouv/verordening zodanig te wij—
zigen dat een spouwmuur verplicht gesteld zou worden bij een woningwetwoning. De heer
Dam verzoekt het collège van burgemeester en wethouders de konsekwentios van wijzi-
ging van de bouwverordening te bozien, wat deze voor kosten met zich. brengt en wat de
konsekwenties zvjn voor de subsidies. Hij wil dit graag eens-op papier hebben en dan
niet van dit object alleen maar in zijn totaliteit.
De voorzitter segt dit toe.
De gemiddelde prijs wordt door gemeentewerken geschat op ca. f 1.000,per woning.
De heer Diagi meent dat dit geen doorslaggevend argument mag zijn om zc'n muur niet aan
te brengen.
De voorzitter is van oordeel dat dit wel het geval is wanneer men de laagste huur