- 3 - 2. De volgorde van opsomraing van de in het eerste lid genoemde rangen is zodanig dat een eerder genoemde rang lager is dan een later genoemde. Artikel B 4- Voor aanstelling in de rang van adspirant-brandwacht kan in aanmerking komen hij die: a, voldoet aan de in artikel B 2 gestelde eisenj b. een leeftrjd van tenminsèe 18 en ten hoogste 30 jaar heeft. Artikel B 5. In b'izondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van in artikel B 4 genoem de maximum leeftijden. Artikel B 6. Voor aanstelling in de rang van: a. brandwacht b. hoofdbrandwacht c. onderbrandmeest er d. brandmeester e. commandant kan in aanmerking komen hij die voldoet aan de in artikel B 2 gestelde eisen en aan de ei— een voor bevordering tôt de desbetreffende rang, gesteld onderscheidenlijk in de artikelen C 1, C 2, C 3, C 4 en C 5. Artikel B 7« 1. De vrijwilliger ontvangt bij indiensttreding zo spoedig mogelijk - bij voorkeur vôôr de datum van indiensttreding - lcosteloos een schriftelijk bericht van aanstelling. 2, Het bericht van aanstelling vermeldt a. de naam, voomamen, geboorteplaats en geboortedatum van de vrijwilliger b. of de vrwuilliger vast of tijdelijk wordt aangesteld; c. de da.g met ingang vaarvan de vr^williger is aangesteld, dan wel een onschrijving of aanduiding van die da-g; d. de rang en de vergoeding welke de vrijwilliger worden toegekend; e. indien de aanstelling tijdelijk is, een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van die tijd. Allé wijzigingen in de punten, vrmeld in het tvieede lid, worden de vriji/illiger t^n spoe— digste kosteloos schriftelijk medegedeeld. Artikel B 8. Aan de vrijwilliger wordt binnen het kader van een afzonderlijk vastgestelde verordening een vergoeding toegekend. Artikel B 9. 1. De vrijwilliger die ingevolge wetteliike verplichting in werkelijke militaire dienst is, wordt gea-cht in zijn betrelcking met verlof te zijn. 2. Indien en voor zover de période van werkelijke militaire dienst van de vrijwilliger meer dan twee maanden is, heeft hij gedurende deze période geen recht op de aan zijn betrek- king verbonden vaste vergoeding. 3. Indien de in lid 2 bedoelde vrijwilliger ambtenaar in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet is, geniet hij gedurende de in lid 2 bedoelde période de aan zijn betreklcing verbonden vaste vergoeding tôt een bedrag hetwelk gelijk is aan het op hem te verhalen gedeelte van de pensioenbijdrage.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1974 | | pagina 87