- 9 - HOOFDSTUIC F DISCIPLINAIRE fÏRAFFEN Artikel F 1» 1. De vrijwilliger die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt, kan deswege disciplinair worden gestraft. 2. Plichtsverzuim omvat zowel het overtreden van enig voorschrift aïs het doen of nalaten van iets, hetwelk een goed vrijwilliger in gelijke omstandigheden behoort na te laten of te doen. Ar~t kel F 2. 1. De disciplinaire straffen welke kunnen worden toegepast z]jn: a. schriftelijke berisping. b. inhouding van een deel der vaste vergoeding als bedoeld in artikel 2 van de Vergoe- dingsregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke brandv;eer; c. schcrsing al dan niet met inhouding van de vergoeding^ d. ongevraagd ontslag. 2. De straffen vrorden door burgemeester en wethouders opgelegd. Artikel F 3. 1. De straf irordt niet opgelegd dan nadat de vrijwilliger in de gelegenheid is gesteld zich mondeling of schriftelijk te verantwoorden ten overstaan van het gezag dat bevoegd is tôt oplegging van de straf of ten overstaan van een door dat gezag aangewezen vertegen- woordiger. De vrijwilliger kan zich bij deze verantwoording door een raadsman doen bij— staan. De verantwoording vindt niet eerder dan 6 maal 24 uur en niet later dan 12 maal 24 uur plaats. Op verzoek van de vrijwilliger kan van deze termijn worden afgeweken. 2. Geschiedt de verantwoording mondeling, dan wordt daarvan binnen 36 uir proces-verbaal opgemaakt, dat na voorlezing wordt getekend doDr hem te wiens overstaan de verantwoor- ding plaats heeft en door de vrijwilliger. Ueigert de vrijwilliger de ondertekening, dan wordt daarvan in het proces-verbaal, zo mogelijk met vexitelding der redenen, melding ge— maaktEen afschrift van het prcces-verbaal wordt de vrijwilliger uitgereikt. 3. Indien de vrijwilliger zulks verlangt, worden hij en zijn raadsman in de gelegenheid ge steld kennis te neraen van de ambtelijke rapporten of andere bescheiden welke op de hem ten laste gelegde feiten betrekking hebben. Artikel F 4. Van het besluit tôt strafoplegging, dat met redenen moet zijn omkleed, wordt onvervrijld aan de vrmilliger tegen ontvangstbewijs een afschrift verstrekt. Daarbij wordt tevens medegedeeld binnen vrollce termijn en bij welk orgaan beroep opens&aat. Artikel F 5. De straf bedoeld in artikel F 2, onder b t/m d, wordt niet ten uitvoer gelegd zolang zij niet onherroepelijk is ge worden, tenzij bij de strafoplegging onmiddellijke tenuitvoerlegging is bevolen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1974 | | pagina 99