"r- W/
De raad der gemeente Leeuwarderadeel
Gezien het voorstel van burgemeester en «etbouders dd. 4 november 1974»
Gelet op de artilcelen 272, letter a en 273 der gemeentewet, alsmede op het Besluit
gemeentelijke onroerendgoedbelastingens
besluit:
vast te stellen de navolgende:
Verordening op de heffing en invordering
van onroerend-goedbelastingen
Artilcel 1.
Terzalce van binnen de gemeente gelegen onroerend goed-met uit-
zondering van ten behoeve van de land-,tuirw of bosbuuw be-
drijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond - worden onder de naam
"onroerend-goedbelasting" jaarlijlcs geheven:
een directe belasting van degene, die - naar de omstandig-
heden beoordeeld - bij het begin van het belastingjaar een
onroerend goed al dan ni et lcrachtens een zakelijk of persoonlijk
recht feitelijk gebruikt;
een directe belasting van degene, die bij het begin van het
belastingjaar van een onroerend goed het genot heeft lcrachtens
zakelijk recht.
Artilcel 2.
Voorwerp belasting/
Belastingplicht
a.
b.
Grondslag
De grondslag, waamaar de in artilcel 1 bedoelde belastingen uor-
den geheven, is de waarde wellce aan het onroerend goedxin het
economische verkeer kan worden toegekend.
Artilcel 3.
Begripsomschrijving Deze verordening verstaat onder:
1. een onroerend goed dan wel het onroerend goed:
a. een gebouwd eigendom met zijn gebouwde aanhorigheden daar-
onder begrepen de ondergrond van die eigendom en die aan
horigheden - met zijn ongebouwde aanhorigheden;
b. een ongebouwd eigendom, niet zijnde de ondergrond of een
aanhorigheid van een gebouwd eigendom;
c. indien gedeelten van de in letter a of b bedoelde eigendom-
men andere dan de gedeelten van een onroerend goed als
bedoeld in artilcel 2, tweede lid, letter b, van het Besluit
gemeentelijke onroerend-goedbelastingen - blijlcens hun inde-
ling zijn bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden
gebruilct: elle als zodanig bestemd gedeelte;
2. aanhorigheden:
gebouwde en ongebouwde eigendommen, behorende bij en in gebruilc
zijnde met een gebouwd eigendom of gedeelte daarvan, voor zover
die eerstgenoemde eigendommen, naar de omstandigheden beoordeeld
dienstbaar zijn aan dat gebouwde eigendom of die gedeelten
daarvan
1 3. v/oning:
oon gobouwd eigondom of eon godoolto daurvan als bodiold in
1. letter a, ondersclieidenlijk letter o, dut in hoofdzaalc is
bestemd of wordt gebruikt voor woondoeleinden.