-15-
arrtwoord: Het is ons collège bekend, dat bij invoering van de normen van de commissie
Merkx de bestaande ramingen voor de presentiegelden van de leden der raads-
commissiën kunnen vervallen. Wij moeten hierbij evenwel aantekenen dat nog
steeds geen uitvoeringsbeschikking van de Minister van Binnenlandse Zaken is
verschenen zodat ook de normen nog niet definitief zijn. Zeker ten tijde van het
opmaken van de begroting was zulks nog niet het geval, zodat veiligheids-
halve ook de wethouders in de berekening van de jaarlijkse vergoeding en de
onkostenvergoeding zijn betrokken. Uit nadere inlichtingen blijkt ons dat het
niet in het voornemen ligt ook de wethouders in deze nieuwe vergoedingsrege-
ling te betrekken.
Aangezien nog geen ministeriële richtlijnen terzake zijn ontvangen stellen wij
u voor de ramingen voorhands ongewijzigd te laten en na het afkomen dezer
richtlijnen de diverse posten aan te passen. Alsdan zal uw collège uiteraard
nog moeten beslissen of 20van de vergoeding al dan niet moet worden aan-
gewend als presentiegelden voor het bijwonen van raadscommksiën.
Tôt slot menen wij ook nog even te moeten memoreren dat het niet onmogelijk is
dat verplicht zal worden gesteld presentiegelden uit te keren aan commissie-
leden niet raadslid zijnde waaraan momenteel geen betaling plaats vindt.
Volgno. 58. Reis- en verblijfkosten.
vraag: Waarom deze forse verhoging van f 48OO,op f 6600,
zo wordt in de eerste sectie gevraagd. Een nadere toelich-
ting van een dergelijk verschil zou in het vervolg toch
wel gewenst zijn.
antwoord: De vergoeding per kilometer wegens autokostenvergoeding van de burgemeester
voor reizen buiten de gemeente is van 1974 op 1975 vatl resp. f 0,34 sn
f 0,29 verhoogd tôt f 0,37 en f 0,32 per km. Voor het bijwonen van vergade-
ringen, congressen, hearings, bezoeken aan departementen, stedebouwkundige
enz. reizen ook dikwijls andere leden van het gemeentebestuur of ambtenaren
mee
Voorts is bij de raming voor 1975 rekening gehouden met de stijgende kosten van
de jaarlijkse raadsexcursie, alsmede een toenemende belangstelling van de
raadsleden voor het bijwonen van het congres van de Vereniging van Neder-
landse Gemeenten.
Tevens is rekening gehouden met de reis- en verblijfkosten van deponstypistes
naar het automatiseringscentrum te Groningen voor het bijwonen van instructie-
vergaderingen.
Ook moet niet uit het 00g worden verloren, dat de tarieven voor de vergoe-
dingen aan de overige leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren inmid-
dels zijn verhoogd van f 0,31 en f 0,26 in respectievelijk f 0,34 en f 0,29
per km.
vraag: Een lid van de derde sectie informeert waarom er verschil
moet bestaan tussen de autovergoeding per kilometer tussen
de burgemeester enerzijds en de wethouders en de ambtenaren
anderzijds.
antwoord: Aangaande de reiskostenvergoeding van de burgemeester kan worden opgemerkt
dat ingevolge artikel 22a van het Bezoldigingsbesluit burgemeesters 1954,
de vergoeding per afgelegde kilometer moet worden berekend overeenkomstig
de bepalingen van het Rijks Reisbesluit 1971, waarbij hij wordt geacht te zijn
ingedeeld in catégorie A van de Reisbeschikking Nederland.
Ingevolge genoemd artikel kunnen Gedeputeerde Staten een vaste vergoeding
vaststellen voor plaatselijk vervoer binnen de gemeente per eigen personen-
auto, voDrzover geen doeluitmakende van een reis, welke zich mede buiten
de gemeentegrenzen uitstrekt.
De overige leden van het gemeotebestuuralsmede de ambtenaren, ontvangen
een vergoeding per km. welke is gébaseerd op het gemiddelde van de kilometer—
tarieven ingevolge het Reisbesluit 1971 voor personenauto's met een catalo-
guswaarde van minder, respect ievelijk meer dan jP 9«000, zulks teneinde een
gelijke vergoeding voor zowel de hogere als laagstbezoldigden te bevorderen.