- 5 -
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna de Algemene Politieverordening vastgesteld.
10. Bohandeling begroting gem.grondbedrijf 1974»
Na de algemene beschouwingen bij de gemeentebegroting 1974 wordt deze begroting zonder
hoofdelijke stemming vastgestëLd»
11Behandeling gemeentbegroting 1974»
Do heer Tulner zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter het is de gewoonte, en ik meen ook wel een goede gewoonte, dat
êên maal per jaar, met de begroting op tafel, wat verdr wordt gezien, dan de eigen
enge gemeentegrenzen. Vooral financieel valt het gemeentelijk huishoudboekje niet los
te zien van het huishoudboekje van de overheid in Den Haag. Gezien de bijzonder ver-
warde verwachtingen t.a.v. onze économie in het komende jaar, zal bij deze gemeentelijke
begroting een vraagteken moeten worden gezet. Immers, voor het grootste deel zijn wij
wat onze inkomsten betreft aangewezen op het Rijk, en een verslechtering van de finan-
ciële positie van dit Rijk zal zeker konsekwenties voor de gemeenten kunnen meebrengen.
In de aanbiedingsbrief heeft het collège hieraan geen passage gewijd, wellicht omdat
het stuk reeds was geschreven voor de oliecrisis zich begon af te tekenen?
Of omdat er toch geen zinnig woord over gezegd kon worden?
Ik moet bekennen mijnheer de voorzitter dat ik met 'enige aarzeling mij heb gezet aan deze
beschouwingen. Er zijn zoveel onzekerheden waar wij mee zijn opgescheept, dat een voorzich-
tig beleid dit jaar geboden zal zijn. Ik neem aan dat het kollege zich dit zal hebben
gerealiseerd en ik verwachtdat ook de raad begrip zal opbrengen voor eventuele maat-
regelen, die zij gedwongen kan zijn te nemen. Mocht door wat voor maatregelen dan ook,
een bazinning op het te voeren beleid noodzakelijk zijn, dan neem ik aan dat het
collège met een nota hierover bij de raad komt.
Overigens spreek ik graag de wens uit, dat het wat mee zal vallen, en dat wij samen
in staat zijn eventuele moeilijkheden te overwinnen.
Het afgelopen jaar is weer een gunstig jaar voor onze gemeente geweest. Ruim 500 in-
woners meer zal enn positief effect op de begroting hebben, een effect waar wij allen
van mee profiteren. Ik wil hier graag nogmaals herhalen, wat wij gezegd hebben bij de
voorlopige standpuntbepaling t.a.v. de struktuurschets voor onze gemeente: een onge-
limiteerde groei wijzen wij af, een gereglemcnteerde groei zoals de struktuurschets
dat voorschrijft zien wij als een noodzaak om de gemeentelijke huishouding gezond te
houden en om de voorzieningen te scheppen die wij graag willen hebben. Mag ik hierbij
nogmaals stellen, dat wij ook de overige dorpen in de gemeente positief willen hena-
deren en hun verlangens zo mogelijk willen honoreren. Onze fraktie heeft dit jaar o.a.
geweest in Oudo Leije. Mijnheer de Voorzitter en het viel op hoe aktief het bestunr van
Plaatselijk belang daar is. Kijk, als een gemeenschap zo zijn eigen belangen verdedigt
en zich met zoveel verve voor eigen plaats inzet, dan mag een gemeentebestuur dit
niet negeren. Ik ben dan ook bijzonder blij dat de raad voor dit dorp iets heeft kun
nen doen: Trottoirs en wellicht binnenkort een sportveidje. Misschien niet veel, maar
een begin! Want aile economische motieven ten spijt mijnheer de voorzitter Friesland
is Friesland mede, vooral mede door zijn kloine dorpen, en het verdwijnen van deze
dorpen, zal het verdwijnen van veel wat onze provincie kenmerkt, betekenen. Ik geef
niets om dure studies, mijnheer de voorzitter waarin deze dorpjes wetenschappelijk wor
den weggcredeneerd, als ik het hartstochtelijk kloppen van het leven in deze dorpjes
ervaar. Geef deze dorpen de kansen, en bewaar.' daarmee onze provincie.
De regering Den Uyl heeft, mijnheer de voorzitter kennclijk alleen aandacht voor een
optimaal efficient bestuur en weinig eerbied voor een in eeuwon gegroeide bestuurlijke
eenheid. Ik meen dan ook dai ailes wat Friesland is, zich moet verzetten togen het
gelanceerde plan het land op te delen in 5 6 provincies met zo'n 60 gewesten. Mijn
heer de voorzitter dit wil Friesland niet Wij gaan niet voor een schotel linzemoes
ons stukje Nederland, verkwanselen. Het heeft mij dan ook niet verbaasd, dat het pro
test hiertegen steeds luider begint te klinken. Ik zou de raad dan ook willen voorstel-
len de Minister Président de volgende motie te zenden: