- 6 - Motio. "De Gemeenteraad van Leeuwarderadeel te Stiens, in vergadering bijeen op 20 december 1973» kennis genomen hebbende van het voor- nemen der regering Nederland bestuur- lijk in te delen in 5 6 provincies met ongeveer 60 gewesten, spreekt uit dat de raad het onaanvaard- baar acht de grenzcn van de provincie Friesland te wijzigen of de provincie op te delen in één of mcer van hogerhand opgLegde gewesten en gaat over tôt de orde van de dag (conform de verzonden motie) Een regering die meerdere malen heeft verklaard de inspraak als een heilig goed te zien, zal dacht ik, deze en de ongetwijfeld vele andere moties, niet naast zich neer kunnen leggen. Mijnheer de voorzitter er zijn meer zaken, waarover wij ons zorgen maken. Tijdens de vele stormen van de afgelopen weken is duidelijk gebleken, dat de zeewering vernieuwd en verhoogd moet worden. Direct hebben wij daar minder mee te maken als de aan de Wadden grenzende gemeenten, maar indirect raakt dit ons net zo goed als hen. Ik vraag mij af of het niet wenselijk is, dat wij ons meer zorgen gaan maken en ons meer directer gaan bemoeien met de kwesties de zeewering betreffende. Onze buurgemeentc Ferwerdera- deel vecht al jaren voor een plan tôt inpoldering van de kweldcrs achter de dijk. Twee vliegen in dén klap mijnheer de voorzitter een kostbaar stuk cultuurgrond er bij, en een beveiliging tegen de zee die gevaarlijk blijft. 1953 is al een tijd geleden, maar nog niet vergeten. Het kollege zou eens kunnen bezien op welke wijze wij daadwerkelijk enige steun aan deze plannen zouden kunnen geven. Mag ik hierover uw gedachten eens vemcmen. Wij hebben ook enige zorg over het dagelijks bestuur van onze gemeente in de komende jaren. Tôt nu toe is er, wat de visie op de toekomst en op het daarnaar toe te voe- ren beleid bctreft, een grote mate van eenstemmigheid geweost. Het afgelopen jaar zijn er, dacht ik, enkele symptonen geweest, die er op duiden, dat er 2 stromen in de raad zijn. Een stroom die duidelijk stelt, dat een zekere groei noodzakelijk is, en een stroom, die, zonder overigens een duidelijke uitspraak te doen, dit niet van harte kan steunen en naar mijn gevoel het in feite nu wel genoog vindt. Wij betreuron dit bijzonder, mijnheer de voorzitter, want voor een krachtig bestuur en een slagvaardig beleid is een eenheid van visie een eerste vereiste. Ook een vereiste voor een kollege dat een afspiegeling van de raad is, en welke vorm wij duidelijk pre- fereren bovon een program-kollege, wat naar onze mening niet thuis hoort in een raad. Een raad. is immers geen Tweede Kamer. Het afgelopen jaar is ook het jaar geweest waarin de bevolking meer dan ooit invloed op de besluitvorming heeft kunnen uitoefenen door middel van inspraak. Ik denk hier- bij dan vooral aan de ruimtelijke ordening, die het afgolqpen jaar in zo ruime mate in discussie en in bespreking is geweest. Het was iets nieuws mijnheer de voorzitter, en er zullen echt wel fouten zijn gomaakt bij het presenteren van de struktuurschets en bij het verdedigen van de bestemmingsplannen. Wel, dat moeten we dan erkennen en accepteren, en er voor een volgende kcer uit leren. De bevolking heeft er recht op dat het bestuur de zaken eerlijk op tafel legt, anderszijds heeft het bestuur er recht op, dat do bevolking met een positieve instelling het beleid beoordeelt en inspraak pleegt. Ook kollege en raad willen het beste voor gemeente en bevolking. Sommige ongonuanccerde kritikasters zouden dat eens moeten bedenken. Ik sprak zopas over een groei van $00 inwoners. Een teken dat het wonen in onze ge meente nog steeds in trek is. Daamaast moet ook de werkgelegenheid in eigen gemeente onze aandacht hebben. Het is dan ook met bijzonder veel bclangstelling, dat wij de onderhandelingen met de Z.P.C. om te komen tôt een vestiging op het industrieterrein

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1974 | | pagina 15