- 2 -
1Vaststelling van de notulen van de raadsvergadering van 29 npvember 1973»
De heer Dam merkt op, dat de zin op de 4e bladzijde: "Hij zegt, dat bij deze originaire
verkrijgingen" de erfdienstbaarheden die reeds op de grond rust niet vervallen als
volgt behoort te worden geredigeerd: "Hij zegt, dat wanneer de gemeente gronden koopt
dit geen originaire verkrijgingen zijn, waardoor de erfdienstbaarheden die reeds op de
grond rusten niet komen te vervallen".
Aile aanwezige raadsleden gaan met deze wijziging akkoord.
De notulen worden verder zonder hoofdelijke stemming vastgesteld, zoals deze in con
cept zijn toegezonden.
2. Ingekomen stukken en mededelingen (73/143
De heer Beeksma zegt naar aanleiding van punt 4 dat het met betrekking tôt het Kal-
karprojekt tôt nu toe aan een goede voorlichting heeft ontbroken. Hij merkt op, dat
de medici en technici het over deze aangelegenheid ook nog niet eens zijn.
Hij wijst er echter op, dat uit het ingekomen stuk blijkt, dat met het Kalkar projekt
een doodlopende weg wordt ingeslagen.
Hij stelt derhalve voor adhesie te betuigen aan de werkgroep "Friesland Stop Kalkar".
De voorzitter zegt, dat hij als leek niet in staat is over deze zaak een oordeel te
vellen. Hij is verder van oordeel dat deze zaak een landsbelang betreft en daarom
niet voor een behandeling in de gemeenteraad aan de orde behoort te komen. Hij meent
de vergadering te moeten ontraden alleen op emotionele gronden adhesie aan genoemde
werkgroep te moeten betuigen.
Daar blijkt, dat niemand het voorstel van de heer Beeksma steunt wordt het als ver-
worpen beschouwd.
De heer Kuipers zegt het te betreuren, dat de brief van de handbalvereniging "Stiens"
niet ter tafel is gebracht in do raadsvergadering van 29 novomber 1973» Hij zegt zich
af te vragen, dat wanneer deze brief een duidelijk pro-stuk was geweest deze ook was
achter gehouden. Hij meent dat zo iets in de toekcmst moet worden voorkomen.
De voorzitter zegt, dat geen enkel stuk in de raad wordt gebracht voordat het in
b. en w. is besproken. Hij zegt verder van oordeel te zijn, dat deze brief van weinig
invloed zou zijn geweest.
Wethouder Soepboer zegt, dat met betrekking tôt deze brief de gebruikelijlte procédure
is gevolgd, zoals deze altijd wordt gevolgd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten.
3. Benoeming van een onderwtizereB aan de Jan Ligthartskoalle te Stiens. (73/144)
Zonder enige discussie wordt overgegaan tôt de schriftelijke stemming.
Op mqj. A.M. Nieuwland worden aile stemmen uitgebracht, zodat deze met algemene stem-
men benoemd is verklaard.
De voorzitter feliciteert mej. Nieuwland met deze benoeming en spreekt de hoop uit dat
zij tôt enn ieders tevredenheid haar werk mag voortzetten.
4. Benoeming van een lid voor het bestuur van het be.jaardentehuis "Pvter Jur.ienshôf"
(73/145)
Aangezien niemand over deze benoeming het woord wenst te voeren wordt direkt tôt de
schriftelijke stemming overgegaan.