maatschappelijk werk zich van een geestelijke grondslag heeft ontdaan.
Hij zegt te verwachten>ydat dit beeld nog wordt bijgesteld. Cm deze reden toil hij
vcarstellen voor één jaar subsidie te verlenen. Zijns inziens moet daama dit ver-
zoek opnieuw worden bekéken.
De heer Faber zegt, dat hi het wel eens is met de heer Scholtus, Hoewel hij res
pect-heeft voor iedere geestelijke richting betreurt hij het, dat in deze de geesten
z ich -scheideni
;..v J
Mevr. de Boer zegt niet direkt tegen dit vcorstel èe zijn, maar het wel te betreuren
dat in dezen niet kan worden samengeworkt Sij informeert of het niet mogelijk is een
tijdelijke subsidie te verlenen.
De heer Jansma merkt op, dat het ieders volste recht is cm te zeggen, dat het wordt
betreurd dat in dezen niet k.an worden samangewerkt. Wat hem echter spijt is dat het
kollege in dezen in het voorstel eigenlijk een hint geeft. Hij vraagt hierover op-
heldering.
De heer de Haan zegt, dat hij de woorden van de drie eerste sprekers kan onderschrij-
ven„ Hij wenst hierbij nog aan te tekenen, dat deze stichting gaat werken naast de
reeds bestaande provinciale stichting, Gelet op het grote werkterrein zegt hij te
vrezen dat deze stichting haar belofte niet waar kan imken. Hij zegt van mening te
zijn dat de eventuele kliënten hier niet fie dupe van rnogen worden. Zijns inziens
is het" niet nccdzakelijk cm deze stichting te subsidiëren. Hij verwijst hierbij
naar de geraeente Tietjerksteradeel die bewust heeft besloten deze stichting niet te
subsidiëren.
De voorzitter merkt op, dat de wcorden "wij betreuren" heel bewust in het voorstel
zijn gezet en vol aidât dit probleem al jaren de aandacht van het kollege heeft
gehad. Verschillende pogingen zijn gedaan cm de stichtingen bij elkaar te krijgen.
Op dit punt is nauw samengewerkt met de kolleges van Ferwerderadeel en- Het Bildt die
de zeifde vocrstellen aan de stichtingen hebben gedaan. Ailes leek rond, naar helaas
hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan. Cm deze reden betreuren wij het, dat
datgene wat v;ij zelf zijn begonnen niet slaagt.
Voorts zegt hij, dat het kollege er vanuit gaat, dat cok in de toekcmst moet vorden
gesubsidieerd. Zou een subsidie na één jaar worden gekapt, dan kan dit kwalijke
gevolgen hebben. Hij merkt op, dat het dan beter is cm nu direkt nee te zeggen. Hij
zegt te willen voorstellen loyaal tegenover dit voorstel te staan en begrip op te
brengen vcor anders denkenden.
Wethouder Soepboer zegt, dat het voltallig kollege achter dit voorstel staat, Hij
pleit voorts voor de vrijheid van organisâtie. Hij zegt niet graag te zien, dat deze
waarden zouden worden aangetast. Zijns inziens moet het aan deze stichting worden
cvergelaten haar mensen te begeleiden, zoals zij dit wensen te doen. Hij wijst er
verder op, dat er in wezen niets veranderd. Het subsidiebëleid verandert niet.
Alleen de naam is veranderd.
De heer de Haan zegt bang te zijn, dat deze stichting niet de kwaliteit kan bereiken
die ze moet bereiken, cmdat de bereikbaarheid miniem is. Hij acht het onmogelijk, dat
de kliënten van deze stichting hun maatschappelijke werkers la minute kunnen be
reiken. Dit laatste is niet in het belang van de kliënt. Verder zegt hij graag te
willen waten watr de eventuele konsekwenties zijn voor de begroting.
De heer Scholtus zegt zijn standpunt, gelet op de mogelijke konsekwenties cm een
tijdelijke subsidie te geven, te wijzigen. Hij zegt tegen het voorstel te zullen
stenmen.
De heer Jansma wijst er op, dat de corspronkelijke qpzet van dit maatschappelijk werk
bij de diaconieën ligt. Deze laatsten hadden veel kontakt met de mensen. Hij zegt,
dat wanneer ér al zoveel is gedaan door de kerkén, het hem tegenvalt, dat een raad
zou eeggen "dit is verkeerd"