- 3 -
De heer Tulner daarentegen zegt, dat zijn fraktie van oordeel is, dat de bouw van
een dergelijke loods toelaatbaar is, zij het onder voorwaarden.
Mevr. de Boer brengt te berde, dat ook haar fraktie van mening is, dat de bouw van
dergelijke loodsen toelaatbaar is.
De voorzitter blijft van mening, dat het kollege van burgemeester en wethouders in
dezen juist heeft gehandeld. Voorts is hij van oordeel. dat de stelling van de heer
Dam in dezen de enige juiste is. Tenslotte waarschuwt hij ervoor, dat de economische
motieven in dezen geen roi mogen spelen.
Wethouder Soepboer begint zijn betoog met te stellen, dat hij niet begrijpt» dat hem
het scheppen van rechtsongelijkheid in de schoenen wordt geschoven. Hij somt een
drietal voorbeelden q>, welke volgens hem dan ook rechtsongelijkheid in het leven
hebben geroepen. Ook spden bij nieuwbouw naar zijn mening bijna altijd economische
motieven een roi.
Vervolgens wijst hij er op, dat het advies van de schoonheidscomnissie niet bindend
is, zodat er van afgeweken kan worden, wat ook wel eens gebeurt.
Tenslotte stelt hij nog, dat eventueele bezwaren van de provincie bij de beoordeling
van de "verklaring van geen bezwaar" voor het gemeentebestuur niet van doorslaggevende
betekenis behoeven te zijn.
De heer Dam meent, dat wat je de agrariërs niet wilt opleggen ook niet aan de andere
burgers mag opleggen.
De heer Jansma is van mening, dat de agrariër door deze tijd wordt gedwongen tôt
aechanisering. Tengevolge hiervan moet hij ook over meer bergruimte beschikken. Hij
beëindigt zijn betoog met te stellen, dat zijns inziens voor de bebouwde komraen
andece eisen gelden, dan voor het buitengebied.
De voorzitter wijst er op, dat het in deze zaak niet om de agrariër gaat, maar ora
het "ding" dat gezet moet worden.
De heer Tulner benadrukt, dat zijn fraktie de bouw van dergelijke loodsen wil toe-
staan, mits aan de genoemde voorwaarden worden voldaan.
Wethouder mevr. Stolte is van mening, dat wanneer de bouw van deze loodsen in het
buitengebied wordt toegestaan, er geen strenge eisen meer voor de bebouwde kommen
kunnen worden gesteld.
Hierna wordt het meerderheidsvoorstel van burgemeester en wethouders in stenming
gebracht
Voor /oordt gestemd door wethouder mevr. Stolte en de heren Scholtus, Visser, de Haan
en Dam.
Tegen wordt gestemd door de dames de Boer en Nicolaij en de heren Fabem, Bak, Jansma,
Tulner en wethouder Soepboer.
Hieruit volgt, dat het meerderheidsvoorstel van burgemeester en wethouders met 5 tegen
7 stemmen is verworpen en dat aan de heer Hoekstra, voornoemd, in beroep vergunning
is verleend voor de bouw van een romneyloods.
8. Voorstel tôt aankoop grond van de woningètiohting 'Xeeiaâarden-Leeubxirderadeelliggend
te Oude Leige* m.b.t. realisering bestemrtingsplan Onde Leije (75/104) 1-4 376 m.
De heer Bak vraagt of er plannen zijn tôt de bouw van woningen aldaar.
De voorzitter: Ja, type Britsum.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten.