Agendapunt 17 Voorstel 75/ 166 Onderwerp bouw 2e brug over de Stienservaart Aan de gemeenteraad Bij de behandeling van de begroting voor het dienstjaar 1975 werd door u in principe besloten tôt de bouw van een 2e brug over de Stienservaart en tôt de aanleg van een verbindingsweg tussen deze brug en de Menno van Coehoornwei, zulks teneinde het bestemmingsplan d'Orient vanaf de Menno van Coehoornwei te ontsluiten. Bij de verdere uitwerking van deze plannen is de vraag aan de orde gekomen of de te bouwen brug al dan niet moet worden voorzien van een fietspad. Hierbij kan worden opgemerkt, dat bij de opstelling van de kostenraming voor de aanleg van de verbindingsweg wel rekening is gehouden met de aanleg van een rijwielpad. Om naast de verdere aspecten die aan de orde komen bij de beoordeling van de vraag van het al dan niet maken van een fietspad op de brug ook de financiële konsekwenties in de beschouwing te kunnen betrekken, hebben wij de directeur van gemeentewerken verzocht een kostenraming te maken voor zowel de bouw van een brug met als een brug zonder fietspad. Uit de ter inzage liggende kostenramingen zal u blijken, dat de kosten van een brug zonder fiëtspad worden begroot op f 352.000,rond en met een fiëts- pad op 397.300,rond, beide bedragen inclusief BTW. Wij hebben deze kwestie voorgelegd aan de commissie openbare werken en verkeers- zaken, waarbij wij de commissie er mee in kennis hebben gesteld, dat onze voor- keur uitgaat naar een brug met een normale breedte, dus zonder fietspad. Deze commissie - m.u.v. de voorzitter - alsmede de directeur van gemeentewerken zijn tôt de conclusie gekomen, dat het aanbeveling verdient een brug te bouwen, die ruimte biedt voor de aanleg van een rijwielpad. Wanneer thans een brug met een normale breedte wordt aangelegd en later zou moeten worden besloten toch nog de aanleg van een fietspad over tegaan, dan zouden de kosten daarvan het huidige prijsverschil verre overtreffen. Verder vindt de commissie het onlogisch en zelfs gevaarlijk, dat naast de ver bindingsweg wel een fietspad wordt aangelegd en op de brug niet. Zelfs is bij de commissie de gedachte naar voren gekomen het rijwielpad dan direct door te trek- ken tôt aan de Felixwei. Hierbij merken wij op, dat de kosten van het fietspad vanaf de brug tôt aan de Felixwei worden geraamd op 10.000,rond. De commissie komt uiteindeoijk tôt de conclusie, dat met het oog op de verkeers- veiligheid van de fietsers op de brug direct een van het overige verkeer geschei- éen fietspad moet worden aangelegd. Met dit advies heeft ons kollege wel enige moeite. Na ampele overwegingen gaat de voorkeur van ons kollege uit naar een brug met een normale breedte, dus zonder fietspad. Wij zijn er daarbij van uit gegaan, dat het rijwielverkeer over deze brug bij lange na niet zo intensief zal worden als dat over de Wythusterbrege, op welke brug ook geen fietspad aanwezig is. Daarnaast zal naar ons oordeel de aan te leg- gen brug ook minder ander verkeer te verwerken krijgen. 0m deze reden achten wij het gevaar van onveiligheid voor het fietsverkeer op de brug niet zo groot als de commissie blijkbaar doet. En hoewel de meerkosten van een brug met fietspad niet meer dan 45.000, hoger liggen dan een brug zonder fietspad, zijn wij van mening dat niet tôt de bouw van een extra brede brug nIOet worden overgegaan, wanneer dit niet strikt noodzakelijk is. Een brug met fiëtspad zal plm. 4 m. breder moeten worden dan een brug zonder een dergelijk pad. Stiens, 22 oktober 1975. .4 Z

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1975 | | pagina 43