- 2 - V 5. Voorstel cm aan.de contrôleur dsr vermakelijkhedenbelasting in verband met de afsohaffing van de ve, rjkhedenbelasting per 1,1.1976 ontslag te verlenen 75/1541 - i m. Zonder*discussiè en zoi» ,o"delijke stemming wordt,, onder dànkzegging voor de*bewezen diensten, oncùiag verleend. 6. Voorstel m.b.t. de instanâhouding vccn de o.l.sohool te Britsum (75/155) 1-4 058 m. Mw. de Boer informeert voor hoe lang een dergelijk besiuit geldt. -De voorzit-ter zegt, dat bat in principe voor drie jaar geldt. Zonder hoofdelijke stemming wordt conforn het voorstel van burgemeester en wethoudejrs besloten. 7. Voorstel m.b.t. de bouw van een nieuwe sohool voor het openbaar basisonder- wijs te Britsum alsmede de botcj van een dépendance voor het openbaar kleu- terondenJijs (75/156) 1 - 4 060 m. De heer Visser wijst er op bij de algemene beschouwingen m.b.t. de begroting 1975 al op de noodzaak hiertoe te hebben gewezen. Hij zegt het kollege graag hulde te willen brengen voor de vlotte gang van zaken. -, De heer Faber sluit zich bij de woorden van de heer Visser aan en informeert verder of de .beide scholen onder éën kap komen. Mw. Nicolaij merkt op, dat dit de 2e school is, waarbij het basis- en het - klëixteronderwij s onder een kap komen. Verder wijst zij er op, dat rtiinister van Kemënade het voor het stichten van basis- en klcuterscholen benodigde aantal kindereh wil vërdubbelen. Zij meent dat dit fatale.gevolgen zal heb ben voor de kleine dorpen, Zij vraagt of hier niet een taak ligt voor de ge- meente. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester ein wethouders besloten. 5. Voorstel m.b.t. de benoeming van een vertegenooordiger in de gemeenschappe- lijke onderuvjsbegeleidingsdienat (75/157) 1 - 4 080 m. De heer Dam stelt mevr. de Boer kandidaat als lid en de heer Bak als plaats- vervangend lid. De heer Tulner vraagt zich af of het wel zinvol is een raadslid tôt lid te benoemen. Hij meent, dat het voor het lid gewenst is, dat deze ook in andere sectoren kontakten heeft in de onderwijswereld en daardoor een beter inzicht inde materie heeft. Hij zegt, dat zijn, fraktie aan mw.Stolte heeft gedacht. Wethouder mw.Stolte meent, dat een raadslid best in staat moet worden geacht zich in deze materie in te werken. - Wethouder Soepboer zegt er ook de voorkeur aan te geven, dat m®. Stolte wordt benoemd. Hij meent, dat degene die het dichtst bij de bron zit, zich ook het beste warmt en daardoor beter in staat is mee te praten. Wethouder mw. S toi te merkt op,. dat het haar moeilijk wordt gemaakt. Zi.j zegt deze kandidaatstelling niet te kunnen aannemen. Wethouder Soepboer repliceert: In de vergadering van het kollege van burge- meest.er en wethouders hebt u niet gezegd, dat dit onnogelijk zou zijn. U kunt zich dus nu niet meer terugtrekken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1975 | | pagina 4