- 16 -
Antwoord b. en w.
De gemeente Leeuwarden legt op de lesgelden van leerlingen uit andere gemeen-
ten, die niet bij de gemeenschappelijke regeling zijn aangesloten, een opslag.
Teneinde de minderdraagkrachtige (ouders van) leerlingen uit deze gemeente in
de gelegenheid te stellen de lessen aan de muziekschool te Xdoen)volgen, heeft
uw raad in de vergadering van 21 december 1972 een verordening voor een tege-
moetkoming in de kosten van het muziekonderwijs vafetgesteld, waarnaar wij u
mogen verwijzen.
De tegemoetkoming bedraagt, bij een schoolgeldmaatstaf van de ouders of ver-
•zorgers van de leerling:
a. van minder dan f 1.000,— 100% van de opslagkosten;
b. van 1.000,— of meer, doch minder dan f 2.000,— 66 2/3van de opslag-
kosten
c. van 2.000, of meer, doch minder dan f 3.000,33 1/3% van de opslag
kosten F 6
d. van 3.000,of meer nihil
Onder schoolgeldmaatstaf wordt in deze verstaan het totaalbedrag aan inkom-
stenbelasting en vermogensbelasting als bedoeld in artikel 7 van de School-
geldwet.
Aangezien bovenstaandé maatstaven verouderd zijn, zullen wij binnenkort een
voorstel tôt aanpassing van deze bedragen bij u indienen.
54. Een lid van de le sectie maakt bezwaar tegen de subsidie van f 0,19 per inwo-
ner aan Tryater. Volgens dit lid is de verstrekking van een dergelijk sub
sidie overbodig, omdat de provincie ook al een fors bedrag geeft. Dit lid is
van oordeel dat de plaatselijke toneelverenigingen van meer betekenis voor
het culturele leven in de gemeente zijn dan Tryater.
Antwoord b. en w.
Enkele jaren geleden is door de raad besloten aan "Tryater" een subsidie te
verlenen.
Thans wordt door het Provinciaal Overlegorgaan voor subsidievraagstukken ge-
adviseerd een subsidie te verlenen van f 0,19 per inwoner.
Bij de berekening van dit subsidie is er rekening mee gehouden, dat de pro-
vincie ook een behoorlijk bedrag aan subsidie verleent.
Wij zijn van het nut van "Tryater" voor het Friese culturele leven overtuigd
en zijn van oordeel dat hiervoor ook door de gemeente steun moet worden ver-
leend.
Dit houdt niet in, dat wij het werk van de plaatselijke toeneelverenigingen
niet waarderen, integendeel.
Incidenteel hebben deze verenigingen wel eens een subsidie van de Kulturele
Raad ontvangen.
55. Enige leden van de le sectie vragen zich af of het gelet op het streven van
de regering om de gemiddelde reële inkomensstijging op de nullijn te houden
wel passend is om de belastingen te verhogen. Zij menen dat dit ten koste
gaat van de kbopkracht.
Antwoord b. en w.
Het handhaven van de reële inkomensstijging op de nullijn betekent helemaal
niet, dat de lonen en salarissen in 1976 niet meer zullen worden verhoogd.
e verhoging van lonen en salarissen zal echter alleen maar mogen dienen om
e stijgende kosten (dus ook van belastingen) op te vangen. Deze regering
pretendeert niet dat zij er in zal slagen de prijzen vanaf 1 januari 1976
volkomen aan banden te leggen.
°ok het rijk gaat ondahks het streven om de reële inkomensstijging op de
nullijn te handhaven over tôt verhoging van diverse belastingen. De voorge-
nomen verhoging van de B.T.W. tôt 18%, per 1 juli 1976 zal ongetwijfeld een