MTr. 75/210
De raad der gemeente Leeuwarderadeel
overwegende, dat volgens artikel 55 bis der Lager Onderwijswet 1920 jaarlijks voor 1 maart
moet worden bepaald, het bedrag, dat per leerling der openbare scholen in dat jaar wordt
beschikbaar gesteld, ter bestrijding van de kosten bedoeld in artikel 55, onder e tôt en
met h, p en r der Lager Onderwijswet 1920, alsmede die van inst andhouding, met dien ver—
stande dat deze, voor zoveel betreft de kosten voor het aanschaffen van schoolboeken,
leermiddelen en schoolbehoeften, bedoeld in artikel 55 onder f, alleen in aanmerking
komen, indien deze aanschaffing strekt tôt vervanging van leer- en hulpmiddelen, die ten
gevolge van langdurig gebruik niet meer gebruikt kunnen worden of tôt aanvulling van de
voorraad van schoolbehoeften in verband met de vermindering door verbruik;
dat de begroting der gemeente voor het jaar 197^, voorzover betreft de openbare lagere
scholen, de volgende bedragen aanwijst, voor de hieronder vermelde uitgaven:
Inst andhouding schoolgebouwen, alsmede geringe en dagelijkse reparatiën f 28.185,90
Onderhoud schoolmeubelen - 813,80
Verlichting, verwarming en schoonhouden der schoolgebouwen - 84.619,40
Aanschaffing en onderhoud van schoolboeken, leermiddelen en school
behoeften 27.999,
Schoolbibliotheken - 1.215,
Andere uitgaven ter verzekering van de goede gang van het onderwijs t.w.
Kosten van de oudercommissies en de schoolraad - 720,
Teruggaaf van portokosten en andere kleine uitgaven van hoofden van
scholen 300,
Kosten geneeskundig onderzoek - 500,
Kosten voorziening vakatures - 500,
Advertentiekosten 800,
Kosten van schoolreisjes - 486,
Schoolradio en -televisie - 4.185,
Kosten van telefoon voor de openbare lagere scholen - 1.940,
f 152.264,10
Af: Opbrengst vergoeding voor gebruik van schoollokalen - 250,
blijft 152.014,40
dat het gemiddeld aantal leerlingen der scholen voor openbaar lager onderwijs in 1975
aan de hand van de drie wettelijke teldata 463 2/3 bedroeg;
dat voor 1976 een aantal van 486 wordt geraamd;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 1975;
b e s 1 u i t:
het bedrag, bedoeld in artikel 55 "bis, eerste lid der Lager Onderwijswet 1920, voor het
openbaar lager onderwijs voor 1976 te bepalen ôp J 152.014,40": 486 312,79.
Aldus vast^ésteld door de raad voornoemd in zijn
îrgadering van 16 december 1975»
?is de voorzitter
Kooi) (H. Boschma)
0p 23 aec. 1975 in afschrift verzonden aan:
1. het bestuur van de Ver. voor Christelijk Nationaal Scho'olonderwijs te Stiens;
2. het bestuur van de Ver. voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs te Britsum;
3. de Inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie Leeuwarden;
4- de Hoofdinspecteur van het lager onderwijs in de 3e hoofdinspectie te Groningen.
