Agendapunt 15 Voorstel 75/204 Onderwerp: S t i e n s, 8 december 1975- Opheffing spoorlijnen ten noorden van Stiens. Aan de gemeenteraad. In het kader van het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan voor het buitengebied hebben wij ons bezonnen over de vraag of de spoorlijnen ten noorden van Stiens 00k nog alszodanig moeten worden bestemd of dat hieraan beter oen agrarische bestemming kan worden gegeven, zodat na het eventuele opbreken van deze lijnen de vrijkomende gronden bij de naast- liggende percelen kunnen worden gevoegd. Ook in het kader van de ruilverkaveling is hierover gediskussieerd. De voorbereidingskommissie is van oordeel, dat wat haar betreft deze spoorlijnen wel kunnen verdwijnen, omdat zij toch geen funktie meer hebben. Deze stellingname van de voorbereidingskommissie is analoog aan die van de ruilverkavelingskommissies iri Perwerderadeel en de Dongeradelen. Voor de Dongeradelen is reeds in principe een koopprijs vastgesteld voor de aonkoop van de lijnen aldaar. Het wachten is echter op de beslissing van de Minister van Verkeer en Waterstaat of hij bereid is deze lijnen op te^effen. Zowel van de zijde van de ruilverkavelingskommissie als de gemeente be- sturen is hierop, door tussenkomst van Gedeputeerde Staten, bij de minis ter voornoemd op aangedrongen. Wij menen, dat nu de spoorlijnen ten noorden van Stiens geen funktie meer hebben en naar ons oordeel ook niet meer zullen krijgen, zich er niets tegen verzet dat deze in het kader van de komende ruilverkaveling van de Spoorwegen worden aangekocht en opgebroken en, zoals gemeld, bij de naastliggende percelen worden gevoegd. Immers een funktie voor deze lijnen is in deze tijd von schaalvergroting nog nauwelijks denkbaar. Openbaar vervoer over deze lijnen is ons inziens uitgesloten met het 00g op het kostenaspekt. Ook rationeel bekeken moet de voorkeur worden gege ven aan openbaar vervoer door middel van autobussen. Over het goederenvervoer behoeven wij in dezen helemaal niet uit te wijden, daar de achtcrliggende tijd overduidelijk heeft bewezon dat een funktie hiervoor achterhaald is. In de onlangs gehouden vergadering van de kommissie Ruimtelijk Ordening is over het al of niet opheffon van deze lijnen gediskussieerd. Doorslaggevende bezwaren (tegen) zijn niet aangevoerd. De meerderheid van ons kollege meent dan ook dat het aanbeveling ver di ent dat deze lijnen gaan verdwijnen en stelt zich voor bij de minister van verkeer en waterstaat te gaan bepleiten om deze lijnen op te heffen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1975 | | pagina 43