- 4 - De heer Vissers mede het woord voerende natnens de heer Jansna, zegt dat het standpunt van de beroepskommissie ongewijzigd is. Mevr.de Boer merkt op, dat het hier om zo'n kleinigheid gaat, dat wat haar fraktie betreft alleen met een stenen muur kan worden volstaan. Wethouder Soepboer wijst er op, dat het hier om een principiële zaak gaat.Hij ziet daarom niet graag, dat de raad het kollege in dezen in de kou zou laten staan. De voorzitter waarschuwt er voor, dat als het beroep van de heer de Jong ge- grond wordt verklaard, het einde zoek is. Mevr. de Boer wijst er op, dat de heer de Jong nog niet in overtreding is, want dan hoefte de raad over deze kwestie niet meer te praten. De heer Dam meent, dat de gestelde voorwaarde wel erg summer is. Er stond zelfs niet in genoemd wat voor soort hout moet worden toegepast. Wethouder Soepboer zegt, dat als de suramierheid van de gestelde voorwaarde aanleiding geeft tôt verwarring, hij er graag alckoord mee gaat, dat dergelijke voorwaarden in het vervolg beter worden aangegeven. De heer Jansma wijst er nog op, dat er in de omgeving van de woning van de heer de Jong meer dan 10 woningen staan waaraan kennelijk geen hout behoefde te worden toegepast. Hij zegt verder, dat het er zijns inziens omgaat, dat er mensen zijn die,zelfs tegen het advies van de schoonheidskommissie in, durven te zeggen:Dit gaat ons te ver! Hierna vraagt de voorzitter stemming over dit voorstel. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 15. Voorstel m.b.t. bovw van een 2e brug over de Stienservaart (75/166) 3-2 242 m. De heer Tulner zegt, dat deze aangelegenheid uitvoerig in zijn fraktie aan de orde is geweest. Hij wijst er op, dat deze brug een onderdeel is van een ver- binding, terwijl deze verbinding weer een onderdeel is van een heel wegenstal- sel. Hij vraagt hoe of het kollege de Griene Leane gua verbindingsonderdeel ziet en voorts welke voorzieningen aan de Menno van Coehoornwei zullen worden getroffen. Hij merkt op het nog altijd te betreuren, dat er langs de Wythuster- wei geen fietspaden zijn aangelegd. Maken we, als we zeggen over deze brug geen fietspad, niet weer de zelfde fout, zo vraagt hij zich af De heer de Haan zegt, dat zijn fraktie het standpunt handhaafd, dat nr over deze brug geen fietspad moet komen. De heer Faber meent, dat wanneer er een fietspad langs de weg van en naar de Menno van Coehoornwei komt er ook een fietspad over de brug moet worden gelegd. De heer Boersma zegt, dàt zijn fraktie voor een brug met fietspad is. Hij meent, dat met het oog op de verkeersveiligheid een fietspad gewenst is. De voorzitter zegt, dat alleen het fietsverkeer uit d'Orient van de 2e brug over de Stienservaart gebruik zal maken. Het verkeer van en naar de sporthal uit de zuidelijke dorpen zal overdag mimmaal zijn, daar de scholen van deze dorpen gebruik maken van "De Bining" te' Cornjum. Naar zijn mening wordt het op deze weg niet druk. Dat veilighèid belangrijk is, isHj met de heer Boersma eens, maar hij meent, dat er dan wel andere knelpunten zijn om een investering te plegen. Zijns inziens is de Menno van Coehoornwei dan belangrijker Wethouder Soepboer meent, dat de vraag van de heer Tulne "doen we het wel goed" zinnig is. In dit verband gaat hij nog even in op vrt besprokene in de kommissie Openbare Werken en Verkeerszaken. Hij wijst er vervolgens op, dat als een fietspad wordt aangelegd.. dit roept om een doortrekking tôt de Pim Mulierwei. Hij meent, dat het beter is om de ontwikkelingen ter plaatste eerst

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1975 | | pagina 8