- 5 - Antwoord b. en w. Deze opmerking van deze leden is juistv Zol^ng ojntrent de eerstgenoemde voor- ziening nog geen beslissing door de raad is genomen, kan deze moeilijk in de begroting worden ppgenomen. De tweede post is pas ingesteld, nadat de begro- tingen voor de zwembaden reeds gereed waren. Volkshuisvesting 15. Een lid van de 3e sectie informeert wat met detf^wal aan de Finnedyk te Stiens zal gebeuren. Antwoord b. en w. Het ligt in de bedoeling van de huidige eigenaar làet pand in cùde stijl te herbouwen. Een bouwvergunning hiertoe is teeds door ons kollege afgegeven. Eveneens is door monumentenzorg de nodige medewerking verleend door dit pand van de monumentenlijst af te voeren. Gaarne vertrouwen wij er op, dat de ei genaar in staat zal zijn zijn plannen te realiseren. Mocht dit het geval niet zijn, dan zullen wij ons moeten bezinnen op andere mogelijkheden. 16. Een ander lid van deze sectie vraagt of het mogelijk is in 1976 zonodig met fotse bijdragen de laatste privaatton op te ruimen. Advies b. en w. In de aanbiedingsbrief hebben wij reeds uiteengezet wat onze plannen zijn met bétfekking tôt het opruimen van de laatste privaattonnen. Mochten hieruit indérdaad (aanzienlijke) kosten voortvloeien, dan kunt u een voorstel tôt het beâchikbaar stellen van een extra crediet tegemoet zien. Gemeentelijke garanties 17. Een lid van de 3e sectie vraagt of de gemeente wel eens is aangesproken omdat men zijn financiële verplichtingen niet kon nakomen. Antwoord b. en w. In 1975 is het in twee gevallen voorgekomen dat eigenaars van met gemeente garantie gebouwde woningen niet aan hun financiële verplichtingen konden vol- doen, âls gevolg waarvan deze woningen executoriaal moesten worden verkocht. In beide gevallen bedroeg de opbrengst minder dan de schûld, waarvoor de ge meente borg stondj zodat de gemeente moet bijpassen. In het ene geval zal de bijdrage plm. f 2.0009bedragen,' in het andere geval plm. 20.000a Het rijk draagt in deze strop de helft bij. Zodra de bedragen définitief bekend zijn zal u voor betaling van de bijdrage een crediet worden gevraagd. Ruimtelijke Ordening 18. Een lid van de le sectie hetreurt het, dat d'Oriënt zo laat voor de bebouwing gereed is gekomen, Gevraagd wordt wat de redenen hiertoe zijn. Antwoord b. en w. De uitzonderlijk slechte weersomstandigheden in het najaar van 1974 en de win- ter '74/'75 hebben een grote roi in dezen gespeeld, omdat het bouwrijpmaken tengevolge hiervan geen doorgan kon vinden. Niet in de laatste plaats is ook het feit, dat tegen dit plan beroep was ingesteld bij de Kroon hierop van in- vloed geweest. Pas in juni van dit iaar heeft de Kroon een uitspraak gedaan, zodat toen ook pas met de formele uitT«rking van dit globale plan kon worden begonnen. i "j 5 i r i, -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1975 | | pagina 97