- 10 -
De heer Jansma vraagt of er al een werkbespreking met het personeel
van gemeentewerken is geweest.
De voorzitter beantwoordtdit ontkennend.
De heer de Haan meent, dat het mogelijk moet zijn de bouwterreinkavels
onder de onroerend goedbelasting te laten vallen.
De voorzitter vraagt zich af op welke wijze dit dan wel zou moeten ge—
beuren. Hij wijst er op, dat de boekwaarde geen econonishe waarde is.
De heer de Haan vraagt zich in dit verband af waarom de gronden van het
grondbedrijf niet op hun economische waarde zijn getaxeerd.
De voorzitter repliceert, omdat wij van mening zijn, dat belasten van
de bouwterreinen grote onbillijkheden met zich mee zou brengen.
De heer de Haan wijst er op, dat in de verordening op de onroerend goed
belasting geen vrijstelling is opgenomen voor de gronden van het grond
bedrijf.
De voorzitter zegt, dat dit kennelijk is vergeten en dat de vrijstelling
Kervoor alsnog zal worden opgenomen.
De heer Bak meent dat het een besparing oplevert, indien de stukken aan
de raad éën keer per week worden verzonden.
De voorzitter zegt, dat over de mogelijkheden hiertoe zal worden nage—
dacht.
De heer Tulner merkt op, dat hij het stencilwerk van een druktechnisch
slechte kwaliteit vindt.
De heer Dam vraagt of het juist is, dat de uitkering van Frigas 2 3
keer zo groot is als geraamd.
De voorzitter zegt dit niet precies te weten. Hij wijst er op, dat is
voorgesteld om het nadelige saldo van de rekening garantiewinst over
1974 in 1975 af te boeken. Zijns inziens kan de mogelijke uitkering
worden geraamd op ongeveer 8%.
Subsidie-aanvragen 2-3 142 m. (zijde 2)
De heer Dam stelt zich afwijzend op tegen het voorstel om een subsidie
te verstrekken aan de bond tegen het vloeken.
Ook mevrouw de Boer zegt, dat haar fraktie hier weinig voor voelt.
De heer Jansma brengt naar voren, dat zijn fraktie van oordeel is, dat
ook de burgerlijke overheid in dezen een taak heeft.
De heer Visser merkt op het een te tere zaak te vinden, dat de overheid
zich hienaede bezig houdt#
Hij Wijst er verder op, dat hij, als niet kerkelijke, niet kan vloeken,
omdat hij niet gelooft.
Vervolgens wordt over het voorstel om wel een subsidie aan de bond tegen
het vloeken te verstrekken gestemd.
Tegen wordt gestemd door de dames Stolte en de Boer en de heren Faber,
Boersma, Scholtus, Dam, de Haan,en Visser, terwijl voor wordt gestemd
door mevrouw Nicolaij en de heren Soepboer, Tulner, Bak en Jansma.