- 12 - Ook de heer Boersma zegt zich niet achter een verhogng van een onroe- rend goedbelasting te kunnen stellen. Hij wijst er verder op, dat de inflatie steeds maar doorgaat. Als de regering nu ook nog op de nul- lijn wil gaan zitten, betekent dit dat het besteedbare inkomen kleiner wordt. De heer Faber meent, dat wanneer de aangekondigde werkzaamheden in het kader van de begroting 1976 de goedkeuring kunnen wegdragen, dit ook betekent dat een financieel offer moet kunnen worden gebracht. De heer Jansma wijst er op, dat de rest van de C.D.A.-fraktie de mening van de heer Tulner niet deelt. Gelet op ailes wat op stapel staat on te worden uitgevoerd is deze rest van mening, dat het voorstel on de onroe- rend goedbelasting te verhogen moet worden gesteund. Wethouder mevrauw Stolte vraagt schorsing. De voorzitter bewilligt hierin. Nadat hij de vergadering heeft heropend, stelt hij dat de heer Dan gelijk heeft wanner hij stelt, dat ramingen voor het jaar 1975 wel eens onjuist zouden kunnen zijn. Voor geen enkele in die begroting geraamde post staat nog vast - of het moeten vastliggende zijn - wat de uitkomst zal zijn. Hij wijst er verder op, dat wanneer gerealiseerd wil worden, dat ophet programma staat, dat dit wel kosten met ziêh mee zal brengen. Wat dit betreft waarschuwt hij voor de kosten die te verwachten vallen in het ka der van de ruilverkaveling. Hij zegt er begrip voor te hebben, dat de heer Tulner moeite heeft met deze verhoging, omdat het kollege hier eerst ook moeite hee had. Hij stelt echter nadrukkelijk, dat het kollege niet meer heeft gevraagd dan net denkt nodig te hebben. Hij wijst er in dit verband op, dat de gemeente met de belastingdruk, in vergelijking met andere gemeenten, nog niet aan de top zit. Het is natuurlijk mogelijk, dat wordt gezegt: put datgene wat je tekort komt maar uit de reserve. Uiteraard is dat mogelijk, maar dan moet wel worden gedacht, dat vele toekomstige werken niet meer kunnen worden ge realiseerd. Tis voorbeeld kan worden genoemd het fietspad langs de Bré- dyk. We hebben toegezegd hieraan dit jaar iets ekstra's te doen, maar daarvoor hebben we deze belasting nodig. Wethouder mevrouw Stolte zegt zich wel in de woorden van de heer Tul ner te kunnen vinden, maar dat het haar, met het oog op de werkeloosheid te ver voert zich niet meer achter dit voorstel te stellen. Wethouder Soepboer merkt op de woorden van mevrouw Stolte wel te kunnen onderschrijven, maar hoopt tevens op een flinke reserve, zodat de ge meente Leeuwarderadeel in de toekomst geen artikel 12 gemeente meer behoeft te worden. De heer Dam wijst er op, dat op 2 manieren kan worden gefinancierd, te weten reserveren of leningen afsluiten. De voorzitter merkt op, dat in het kader van de rioolzuiveringsinstal- latie de oude kernen van een nieuw rioleringsstelsel zullen moeten wor den voorzien. Dit zal een uitgaaf vergen van enkele miljoenen. De heer Tulner meent, dat dit geen argument behoeft te zijn om voor de verhoging van de onroerend-goedbelasting te zijn. Hij zegt zich niet te kunnen voorstel1er, dat het rijk zal zeggen, dit en dat moet je doen, maar geen financieringsmiddelen verstrekt. Hij spreekt tenslotte zijn verbazing er over uit, dat in de begroting 1976 niet ergens een overschot van f 13.000,kan worden gevonden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1976 | | pagina 14