- 6 -
Mevrouw Nicolaij zegt nog een naam ter tafel te willen brengen.
De voorzitter meent, dat dit niet meer kan, omdat de termijn van indie-
ning van namen reeds lang is verstreken.
De heer Tulner bepleit9 dat mevrouw Nicolaij haar naam alsnog noemt. Ver-
der meent hij, dat "Eehal" geen mooie naam is. Wat heeft deze hal met de
Ee uit te staan, zo vraagt hij zich af?
Wethouder Soepboer zegt er mee te zitten of mevrouw Nicolaij nog de ge-
legenheid moet wordep geboden haar naam voor de sporthal te spuien.
Verder zegt hij het oneigenlijk te vinden, dat de naam "Eehal" zou worden,
omdat hier in de gemeente toch altijd over de "Iehal" zal worden gesproken.
De heer Faber onderschrijft de woorden van de heer Soepboer.
De voorzitter meent, dat de friezen misschien wel "Iehal" zullen zeggen,
maar dat "le" de niet-friezen niets zegt. Deze laatsten zullen het wel-
licht vertalen met de "Gijhal".
De heer Bak zegt, dat wanneer voor "Iehal" wordt gekozen, het uitschrijven
van een prijsvraag voortaan wel achterwege kan worden gelaten.
Hierna wordt overgegaan tôt de hoofdelijke stemming.
Voor het voorstel van de meerderheid van het kollege, te weten om aan de
sporthal de naam "Iehal" te geven wordt gestemd door de dames Stolte en
Nicolaij en de heren Visser, Soepboer, Dam, Faber, Jansma en de Haan.
Tegen werd gestemd door mevrouw de Boer en de heren Boersma, Bak, Schol-
tus en Tulner.
Hieruit volgt, dat het voorstel van de meerderheid is aangenomen met 8 te-
gen5 stemraen.
23Voorstel m.b.tde vaststelling van de tarieven voor het gebruik van de
sporthal (75/211) 1-4 341 m.
De heer Tulner vraagt waarom voor de wedstrijden op de zaterdagen en de
zondagen een hoger tarief wordt voorgesteld, dan voor de andere dagen.
Hij wijst er op, dat hierdoor de jeugd, die op de andere dagen niet kan,
een hoger tarief moet betalen. Hij merkt verder op, dat hij graag had ge-
zien, dat er verschil werd gemaakt tussen tarieven voor volwassenen en
jeugdigen, zoals deze ook met betrekking tôt het zwembad worden gehanteerd.
Tenslotte zegt hij het niet reëel te vinden, dat ook aan de eigen vereni-
gingen meer wordt gevraagd.
De voorzitter wijst er op, dat ook voor de gymnastieklokalen geen verschil-
lende tarieven worden gehanteerd. Zijns inziens is de jeugd een onéerdeel
van de vereniging, zodat bij de contributie vaststelling wel kan worden ge-
regeld wat de ouderen en jeugd in de huurkosten bijdragen.
Wat betreft het hogere tarief voor de weekenden merkt hij op, dat is bedoeld
om de druk op de weekenden te verlichten.
De heer Faber merkt op, dat het tarief voor de vergaderruimte vrij goed-
koop is. Hij vraagt zich af of hierdoor geen konkurrentie wordt aangedaan
aan de gevestigde middenstand.
De voorzitter meent, dat dit wel mee zal vallen, omdat het hier om maar
kleine vergaderruimten gaat, die slechts geschikt zijn voor een man of tien.
