Agendapunt 9 Voorstel 76/73 Onderwerp: 1 Stiens, 2 juni 197é«T Gemeentelijke herindeling Aan de gemeenteraad Na een studie van ruim éën jaar is de werkgroep gemeentelijke herindeling met een voorstel gekomen betreffende het in hôt rapport van 1974 aangegeven onderzoek- gebied bestaande uit de gemeenten Ferwerderadeel en Leeuwarderadeel en de dorpen Birdaard, Janum, HolwerdWaaksens en Brantgum. Dit voorstel van de werkgroep, waarmede het kollege van Gedeputeerde Staten zich kan verenigen, behelst een vergroting van de huidige gemeente Leeuwarderadeel met de dorpen Hallum en Marrum eh het in Ferwerderadeel gelegen gedeelte van Oude Leije en met het doeh van afstand van een gedeelte grondgebied te Jelsun tôt een gemeen te "Stiens met een inwoneraantal van 11.604. Alvorens nader op dit voorstel van de vermelde werkgroep in te gaan komt het ons gewenst voor u in herinnering te brengen wat aan het opstellen van dit voorstel is voorafgegaan. Provinciale studjekommissie herziening gemeentegrenzen Deze, op 11 september 1967 door Gedeputeerde Staten ingestelde kommissie, kwam op 15 augustus 1970: met een voor de gemeenten Leeuwarderadeel en Ferwerderadeel ver- nietigend rapport. Volgens deze studiekommissie moesten de gemeenten Leeuwarderadeel en Ferwerdera deel, samenmet het Westdongeradeelster dorp Holwerd, worden samengevoegd tôt één gemeente. Het aantal inwqners van deze nieuw gevormde gemeente zou ongeveer 15.500 badragen. Naar aanleiding van dit rapport is onder de kiesgerechtigde bevolking van; deze gemeente een enquête gehouden naar de vraagH;aâtaan de voorkeur moet worden gege- ven, te weten de gemeente Leeuwarderadeel laten bestaan zoals deze nu is». dan wel deze samen voegen met één van de omringende gemeenten. Met grote meerderheid werd gekozen voor het zélfstandighouden van de gemeente, Maar liefst 60% yan de deelnemers aan deze enquête lcôos voor het zelfstandighouden van Leeuwarderadeel, terwijl ruim 3% koos voor het samengaan met Ferwerderadeel. De toenmalige gemeenteraad dacht in de zelfde lijn. Met algemene stemmen koos hij voor het zelfstandighouden van deze gemeente. De motiveTçjLng van de raad hiertoe luidde als volgt: !0p grortd van de te verwachten bevolkingsontwikkeling en het feit dat aile werken in eigen beheer door bekwame krachten worden ontworpen en op de uitvoer.ing wordt toegezien, terwijl het onderwijs en andere zaken in de gemeente naar beste vermo- gen worden behartigd, menen wij dat de huidigè gêmèente niet mag worden versplin- terd en 00k niet mag worden samèngesteld met één of meer plattelands- noch stads- gemeenten, maar na een enkele grenskorrektie moet worden EEHANDHAAFD.' Het voorstel van de door Gedeputeerde Staten ingestelde werkgroep van maart 1974. Gelet op de reakties op het in 1970 uitgebrachte rapport was het dan 00k een grote teleurstelling, dat de werkgroep meende nog geen voorstel, als.^oor de bevolking en de raad gewenst, met betrekking tôt de gemeente Leeuwarderadeel te, kunnen doen. Volgens de werkgroep was een nader onderzoek nodig omdat nog geen duidelijk beeld was verkregen over de opvattingen van de inwoners van Ferwerderadeel over het plan een gemeente "Sti.;ens-Ferwerd" te vormen. Wel was de werkgroep de mening toegedaan, dat er een plattelandsgemeente gevormd moest worden. De plaats waar het toekomstige bestuurscentrum gevestigd moest wor den diende nog nader onderzocht te worden. Gelet op de omvang van het onderzoekgèbied lag het voor de hand te veronderstellen, dat de werkgroep, ondanks deuitslag van de gehouden enquête toch dacht aan de vor- ming van een gemeente "Stiens-Ferwerd". ,-r r - "y t.**"

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1976 | | pagina 27