- 3 - de konmissie, dat Stiens in de door haar gedachte toekomstig te vormen gemeente als bestuurscentrum dient te fungeren heeft: onze voile instemming. Ook de moti- vering die tôt deze uitspraak geleid heeft kunnen wij onderschrijven. De gemeente "Stiens. Deze gemeente zal volgens het rapport moeten bestaan uit de huidige gemeente Leeuwarderadeel,(minus een gedeelte grondgebied ten westen van Jelsum en Cornjum,) en de dorpen Hallum, Marrum en Oude Leije, voorzover dit laatste dorp in Ferwer deradeel is gelegen. Als motivering voor het toedelen van het gedeelte grondgebied ten westen van de dorpen Jelsum en Cornjum wùrdt gegeven de wenselijkheid, dit: a. het gehele gebied waarop de luchtmachtbasis is gevestigd wordt ingedeeld bij de gemeenfce Leeuwarden. bk, het rondom Leeuwarden geprojecteerde wegenvierkant binnen de grenzen van de gemeente Leeuwarden komt te liggen. Op zichzelf beschouwd zijn dit aanvaardbare argumenten en wij zouden ons achter deze voorstellen kunnen plaatsen, indien bewezen zou zijn, dat Leeuwarden het aan- gedàide grondgebied voor deze doeleinden benodigd zou zijn. Het blijkt evenwel, dat het geprojecteerde wegenvierkant binnen de grenzen van de huidige gemeente Leeuwarden gerealiseerd kan worden, zodat ten behoeve hiervan geen toedeling van grondgebied behoeft plaats te vinden. Resteert dan nog de door ons aanvaarde wenselijkheid, dit de vliegbasis Leeuwarden in zijn geheel binnen de grenzen van één gemeente komt te liggen. Dat dit Leeuwar den moet zijn kunnen wij wel onderschrijven, daar het grootste deel van de vlieg- basfe reeds binnen de grenzen van deze gemeente ligt. Bovendien zou naar onze mening toedeling aan Leeuwarderadeel en Menaldumadeel van dit grondgebied ook geografisch gezien minder logisch zijn. VJelke plannen er met betrekking tôt de uitbreiding van deze vliegbasis bestaan is niet bekend, maar het komt ons overtrokken voor dat ten behoeve hiervan het grond gebied ten westen van de Brédyk tôt aan de Cornjumer Nijlânsdyk aan de gemeente Leeuwarden zou moeten worden toegedeeld. Naar onze mening kan wat dit betreft met een veel beperkter gebied worden volstaan. In ieder geval stellen wij ons op het standpunt, dat dit gebied zo beperkt mogelijk moet worden gehouden en dat tenminste moet worden afgezien van een toedeling van de woningen met de bewoners daarvan in dit gebied aan de gemeente Leeuwarden. De vereniging van dorpsbelangen te Jelsum-Cornjum is, wat deze aângèlegenheid betreft, de mening toegedaan dat de gemeente moet worden gehandhaafd, zoals deze nu is en dat toedeling van het onderhavige grondgebied, wat in strijd zou zijn met de wëns van de bevolking, niet kan worden getolereerd. Wij menen, dat met deze uitspraak de uitslag van de enquête en het référendum wat te eng wordt uitgelegd. Het kan niet de bedoeling zijn om de grenzen van Leeuwarderadeel als statisch te beschouwen. Daarom, met de toedeling van de gehelé vliegbasis aan Leeuwardën>kan uit een be- stuurlijk oogpunt worden ingestemd, mits de grondgebied toedeling tôt het meest noodzakelijke beperkt blijft, zodat de bebouwing aan de Tsjessingawei, het Pyter Rindertsreedsje en de Cornjumer Nijlânsdyk buiten deze toedeling blijft. Dit tast het wezen van de uitspraak van de provinciale kommissie naar onze mening niet aan en er wordt recht gëdaan aan de wensen van de inwoners in dit gebied. Het rapport van de werkgroep gaat er verder vanuit, dat in het noordoosten een gedeelte van Ferwerderadeel aan deze gemeente wordt toegedeeld. Deze toedeling is kennelijk nodig om de gemeente Stiens11 over de magische 10.000 grens te helpen. Met opzet is in de vorige zin het woord kennelijk gebezigd. Wij menen ni. nog steeds, dat wij de dorpen Hallum en Marrum niet nodig hebben om het vermelde inwonertal te halen. Dat wij in deze mening niet alleen staan blijkt wel uit het gestelde op bladzijde 13 van het vervolg- en eindrapport van de werkgroep v?aar zij schrijft: "Er mag echter verwacht worden, dat Stiens te eniger tijd in de buurt zal komen van de be- doelde norm".

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1976 | | pagina 29