Agendapunt 11 Voorstel 76/ 75 Onderwerp: Dading inzake mat de heer Joh.de Boer Stiens, 16 juni 1976 Aan de gemeenteraad Bij uw besluit van 25 april 1974, nr. 55, besloot uw raad om tegen de heer Joh. de Boer, Aldlansdyk 90 - thans Felixwei 50 - te Stiens een rechtsgeding te voeren. Zoals belcend, was de inzet een schadevergoeding voor het feit, datde heer de Boer ten onrechte een afrastering langs de spoorlijn Leeuwarden-Stiens had verwijderd. Inmiddels heeft de rechtbank bij haar vonnis van 6 mei jl. de partijen gelast een minnelijke schikking te beproeven. Reeds eerder heeft er een poging om tôt een minnelijke schikking te komen plaatsgevonden, maar tôt een uitgedragen zaak kon toen niet worden gekomen, mede omdat de vertegenvoordiger van de gemeente niet kompetent was, daar uw raad hiertoe geen besluit had genomen. Immers ingevolge het bepaalde in artikel 177 van de gemeentewet beslist uw raad over het voeren van rechtsgedingen. llet is dan ook aan uw raad om te beslissen of een minnelijke schikking kan worden getroffen en wel op grond van het bepaalde in artikel 171 van de gemeentewet. Volgens een bij de stukken ter inzage liggend schrijven van onze juridische advi- seur vertoont het vonnis zoveel merlcwaardigheden, dat sterk de neiging naar voren komt om de zaak aan een hogere rechter voor te leggen. Gelet op de hoogte van het bedrag, waarom het pleit wordt gevoerd 3.022,33, inclusief B.T.W.) bestaat er bij ons echter enige aarzeling om nog meer proces- kosten te maken. Voor aile duidelijkheid willen wij er op wijzen, dat tegen het vermelde vonnis van de rechtbank beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof. Nog afgezien van de daaruit voortvloeiende proceskosten vrezet/wijdat deze onverkwikkelijlce zaak dan nog vele jaren zal blijven slepen. Om deze redenen zijn wij van mening, dat het de voorkeur verdient te proberen het onderhavig verschil langs minnelijke weg op te lossen. Zqu de pogirg om tôt een minnelijke schikking te komen mislukken, dan wordt de huidige procédure gewoon voortgezet, In dat geval kan later alsnog worden over- wogen of het zinvol is in beroep te gaan. Wij stellen u voor te besluiten dat het rechtsgeschil met de heer Joh.de Boer door een minnelijke schikking zal worden beëindigd. Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel de secretaris de burgemeester J.P. van der Kooi. H.Boschma

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1976 | | pagina 35