76/97
De raad der gemeente Leeuwarderadeel
gehoord het mpndeling verzoek van het bestuur van de Woningstichting "Leeuwarden-
Leeuwarderadeel" gevestigd te Leeuwarden, dd. 19 angustus 1976, bij Koninklijk Be-
sluit van 10 maart 1914, nr. 17, toegelaten als instelling, uitsluitend in het
belang van de verbetering der volkshuisvesting werkzaam, welke toelating der
stichting is gehandhaafd bij Koninklijk Besluit van 7 juli 1966, nr. 49 o®!
a. voorschotton uit de gemeentekas voor de bouw van êên en dertig woningwetwoningen
te Stiens, waarvan 14 woningen voor alleenstaanden in twee bouwlagen en 17 êén-
ge zinswoningen 5
b. bijdragen in de ongedekte jaarlijkse kosten, voortspruitende uit de exploitatie
van doze woningenj
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd, 19 angustus 19765
overwegende, dat aan woningen als genoemde instelling beoogt te bouwen, in deze ge-
meente inderdaad grote behoefte bestaat en dat binnen afzienbare tijd niet is te
verwachten, dat van partikuliere zijde in deze behoefte zal worden voorzien, terwijl
uitvoering van het bouwplan binnen het kader van het aan de gemeente toegewezen
woningcontingent mogelijk isj
gelet op artikel 60 van de Woningwet en de beschikking geldelijke steun toegelaten
instellingens
besluit:
I A, onder voorbehoud van toezegging van de door de gemeente van het Rijk te vragen
geldelijke steun:
aan bovenvermelde instelling tegen een rente, die de gemeente voor het onder—
havige doel aan het Rijk moet betalen, welke rente voorshands 91/ per t)e-
draagt, een drietal voorschotten uit de gemeentekas te verstrekken voor de
financiering van de stichting van êên en dertig woningwetwoningen te Stiens
t.w.
1e. een grondvoorschot van ten hoogste twee honderd zesennegentig duizend vijf
honderd twee en zestig gulden (/296,562^)s
2e, voor de bouw van bovenbedoelde woningen een bouwvoorschot van ten hoogste
êên miljoen negen honderd vier en zeventig duizend twee honderd en vijf
gulden 1.974.205,
3e. voor de aanleg van centrale verwarming een voorsçhot van ten hoogste êén
honderd en één duizend en twee honderd gulden 101.200,5
zulks onder de volgende voorwaarden:
a. voor rente en aflossing van het grondvoorschot, het bouwvoorschot en het
voorsçhot voor de centrale verwarming, moet door de instelling-aan de ge
meente jaarlijks gedurende 75 resp. 50 en 25 jaren annuiteiten worden vol-
daan, groot 9.015/ resp. 9.123tfo en 10. 1.81 van de werkelijk verleende voor
schotten, hiervoor genoemd: sub 1e, 2e en 3e?
b. de annuiteiten onder a bedoeld, zullen voor de eerste maal vervallen op de
dagen, nader door burgemeester en wethouders te bepalen, in verband met het
tijdstip of dé tijdstippen, waarop de voorschotten zullen zijn uitbetaalds
c. bij faillissement of bij ontbinding of opheffing der instelling, alsmede in
dien de voorwaarden, waaronder de voorschotten zijn verleend, niet worden
nageleefd, worden de voorschotten of de onafgeloste
gedeelten daarvan terstond opvorderbaars