Nr. 76/101
VUURWERI'VERORDENING
De Raad der gemeente LEEUWARDERADEEL
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 september 1976 5
gelet op artikel 22 van de Wet Gevaarlijke Stoffen en de artikelen 34,37 en 44
van het Règlement Gevaarlijke Stoffen;
mede gelet op de artikelen 168 en 195 tôt en met 206 van de gemeentewet» alsmede
op de bepalingen van de Wet van 31 augustus 1853, Stb. 83;
B e s 1 u i t
vast te stellen de navolgende verordening:
Vuurwerkverordening der gemeente LEEUWARDERADEEL
Algemene bepalingen
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. "weg": weg in de zin van artikel A 3 lid 1 van de Algemene Politie Verordening
voor de gemeente Leeuwarderadeel 1974
b. "bezigen": het tôt ontbranding en/of tôt ontploffing brengen van vuurwerken.
Afleveren van vuurwerk
Artikel 2.
Van het verbod, gesteld in artikel 34, eerste lid, van het Règlement gevaarlijke
stoffen, om zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders in de
uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf vuurwerk, als bedoeld in bijlage III,
onder III, van dat règlement, af te leveren aan, dan wel ter aflevering aanwezig
te houden voor anderen dan handelaren, geldt vrijstelling voor zover het betreft
het afleveren en ter aflevering aanwezig houden van ten hoogste 2 kilogram vuur
werk, als bedoeld in bijlage III. onder III, letters E tôt en met J, van genoemd
règlement.
Afleveren van vuurwerk door of aan jeugdigen.
Artikel 3.
Van het verbod, gesteld in artikel 37, eerste lid, van het Règlement gevaarlijke
stoffen, tôt het afleveren van vuurwerk, als bedoeld in bijlage III, onder III.
van dat règlement, door dan wel aan personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet
hebben bereikt, geldt vrijstelling voor zover het betreft:
a. het afleveren van vuurwerk, als bedoeld in bijlage III, onder III, letters E.
en H., van genoemd règlement aan een ieder beneden de leeftijd van 18 jaar;
b. het afleveren van vuurwerk, als bedoeld in bijlage III, onder III, letters B,,
F., G,, I. en J., aan personen van 14 tôt 18 jaar;
c. het afleveren van vuurwerk, als bedoeld in bijlage III, onder III, letters E.
tôt en met J. door personen die tôt het verrichten van arbeid op grond van de
Arbeidswet 1919 zijn toegelaten.
Bezigen van vuurwerk
Artikel 4.
1. Het is verboden vuurwerk, als bedoeld in bijlage III, onder III, letters A,
tôt en met D., van het Règlement Gevaarlijke Stoffen te bezigen op of aan een
weg of op een andere voor het publiek toegankelijke plaats.