Agendapunt 10 Voorstel 76/ 142 Stiens, 18 november 1976. Qnderwerp intrekking raadsbeslnit geldlening. Aan de gemeenteraad. Bij uw besluit van 28 oktober 1976, no. 76/131, werd een overeenkomst van geld lening aangegaan met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten te s-Gravenhage tôt een bedrag van 1.100.000, voor de aanleg van de 2e fase van het straten- plan in het bestemmingsplan d'Orient. Voor de uitvoering van deze fase van het stratenplan was deze geldlening op dat tijdstip noodzakelijk met het oog op de liquiditeitspositie van deze gemeente. Een besluit tôt het beschikbaar stellen van een bepaald crediet wordt namelijlc niet door Gedeputeerde Staten goedgelceurdindien niet in de vaste financiering is voorzien. Gezien de ervaringen bij voorgaande aanvragen om financieringsmiddelen, waarbij geruime tijd moest worden gewacht op toewijzing daarvan, hetgeen het realiseren van de plannen langdurig op lcan houden, was voor dit object tijdig een geldle ning aangevraagd. In tegenstelling tôt voorgaande aanvragen kwam thans wel een spoedige toewijzing. Inmiddels heeft de liquiditeitspositie dezer gemeente een aanzienlijke wijziging ondergaan door de verkoop van industrie- en bouwterreinen, t.w. Woningstichting :,Leeuwarden-Leeuwarderadeelr'11 woningen te Hijum ca71.000, als voren, 31 woningen in Stiens - d'Orient f 232.000, Ned. Centrale Huisvesting Bejaarden voor de bouw van een bejaarden- tehuis in It Skil SJ1.000,- Z.P.C. aankoop industrieterrein Stiens f 96.000, Naast het door het Rijlc toegezegde subsidie in de kosten van de bouw van een in- structiebad ad f 216.877,en mede als gevolg van het vorenstaande en andere wijzigingen in de liquiditeitspositie van de gemeente, is de marge tussen het bedrag, bedoeld in artilcel 2, 2e lid, van de IJet Kapitaalsuitgaven Publiekrech— telijke Lichamen, en de netto-kapitaalsbehoefte der gemeente gestegen van f 198.261,— per 1 oktober 1976 tôt 1.556.271,— per 1 november 1976, hetgeen voldoende is de aanleg van dit stratenplan te financieren. Iïede gezien het feit dat nog een aantal verkopen van bouwterreinen kan worden verwacht, waardoor de liquiditeitspositie van de gemeente zal worden verbeterd, achten wij de onder— havige geldlening thans overbodig. Aangezien bovenstaande ontwikkeling niet lcon worden voorzien en het goedkeurings- besluit van de geldlening in verband met de beoordeling van het plan door de Pro vinciale Planologische Dienst en de Provinciale Waterstaat nog wel enkele maanden op zich kan laten wachten, hebben wij ons tôt de N.V. Bank voor Nederlandsche Ge meenten gewend met het verzoek de geldlening te annuleren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1976 | | pagina 29