- 5 - 15. Voorstel tôt vaststelling boiMterreinprijzen bestemmingsplan Sillon te Brit- eum 76/1227 159 m. De heer Dam vraagt zich a,f wat er gcbeurt als een handige jôngen de resteren- de bouwterreihen voor 1 januari a.s* opkoopt. Naar aanleiding van cfeze vraag deelt de secretaris mede, dat de geraeente er danmooi ùitspringt, omdat de huidige kofltprijsberelcening lôopt tôt 31 decem- ber 1976. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 16. Voorstel het beroepsohrift van de heer V.H.Siemonsma- Dr.W.Kokstrjitte 42 te S-tiens ongegrond te verklaren (76/123) 3 - 2 168 m. De heer Boersma stelt, dat aile burgers evenveel rechten moeten hebben. In de beroepszaak waar het nu omgaat kunnen maar aan enkele burgers rechten wor den verleend. Rechten overigens die een minder gewenste ontwikkeling tôt ge- volg kuftnen hèbbenSpreker onderkent, dat hierover verschillend kan worden gedacht, maar stelt dat zijn fraktie het standpunt van het kollege van burge- 7,rr meester en wethouders deelt. .l De heer Tulner meent, dat het moeilijk is om in dezen een standpunt in te ne- men. Enerzijds wil zijn fraktie graag, dat deze burger hier naar zijn genoe- gen kan wonen. Anderzijds beseft zijn frakties dat niet ailes kan worden ge- tolereerd. riij merkt op, dat de voorschriften zijn vastgestéld om te worden gehandhaafd en niet om te gaan sjoemelen3 te meer daar dân hët hek van de dam is. Hij benadrukt, dat zijn fraktie het met deze zaak moeilijk heefts maar, zij het schoorvoetendtoch meent tôt een nee te moeten komen. Hij zegt te hopen, dat de heer Siemonsma hier begôp voor heeft. De heer Dam zegt het in grote lijnen eens te zijn met de uitlatingen van de heren Boersma en Tulner. Hij merkt op, dat de voorschriften ongeveer 10 jaar oud zijn en geeft daarom in overweging de voorschriften te gaan herzien op basis van de nieuwe inzich- ten. De heer de Ilaan zegt ook met hèt voorstel vnn burgemeester en wethouders ak- koord te kunnen gaan, omdat hieraan niets valt af te dingen. Het geschrevene inzake een beperking van licht en lùcht kan hij niet onder- schrijven. Verder meent hij,dat het kollege zelf ook niet goed uit de voeten kan met artikel 31 van de voorschriften. Zijns inziens heeft het kollege zelf ook boter op het hoofd. Wat dit laatste betreft wijst hij op het feit, dat een klandestien gebouwde garage achtëraf werd gesanctioneerd. Wat gebeurt er als Siemonsma toch gaat bouwen, zo vraagt hij. Wordt er dan afgebroken? Hij zegt, dat nog te moeten zien. ••r •- v;-.;q -• r ;.rWethouder Soepbeer stelt, dat het kollege van burgemeester en wethouders niet direkt bezwaren tegen dit bouwplan heeft. Als de voorschriften de bouw hadden toegestaan,' zou u dit stuk hier vanavond niet hebben gehad, aldus spreker. Wel meent hij, dat het verlenen van de gevraagde toestemming ernstige konsekwenties zou kunnen hebben gehad. Naar zijn gevoel legt de heer Siemonsma artikel 31 van de voorschriften verkeerd uit. ïîij betoogt tenslotte, dat ook hét kollege in dezen de nodige soepelheid wil betrachten, maar dat er geen mogelijkheid is om de heer Siemonsma te helpen, daar met de voorschriften wordt gebotst. Waar aanleiding van de opmerkingen van de heer de Haan zegt hij niet te Willen stel- len, dat deugnieten ailes mogen. Wel zegt hij, dat het kollege er vanuit gaat dat de burger zoveel mcfgelijk moet worden tegemoet gekomen. Uij zegt graag te willen weten of de raad hier andere over denkt, want dan zal het kollege haar standpunt moeten herzien. -"HP n I I I - i l't' 'i J 1 4

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1976 | | pagina 9