Agendapunt 12
Voorstel 77/j j
Onderwerp:
vergoeding raadsleden
en commissieleden.
de gemeenteraad
Ingevolge het bepaalde in het nieuwe artikel 64f van de gemeentewet ontvangen de
leden van de raad, die geen lid zijn van hét collège van burgemeester en wethou-
ders, een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten,
Deze vergoeding en tegemoetkoming worden op jaarbasis door de raad bij verordening
vastgesteld naar bij algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regelen. De
verordening wordt aan Gedeputeerde Staten gezonden.
Ingevolge het bepaalde in artikel 64g van de gemeentewet ontvangen de leden van
een commissie, die geen raadslid zijn, voor het bijwonen van vergaderingen van de
commissie een vergoeding, Ook deze vergoeding wordt door de raad bij verordening
vastgesteld naar bij algemene maatregel vanbeetuur te stellen nadere regelen.
Deze verordening wordt eveneens aan Gedeputeerde Staten toegezonden.
Bovenstaandè artikelen zijn in werking getreden met ingang van 1 decenbér 1976 en
werkenterug tôt 1 januari 1975.
De daarin genoemde algemene maatregel van bestuur is vastgesteld bij Koninlclijk
Besluit van 20 november 1976, Stbl. 621. -it fr
1 ,Ki. .r~.\ -
Artikel 1 van dit !l.B. bepaald dat aan leden van de raad een vergoeding voor hun
werkzaamheden en een tegemoetkoming in <fe kosten wordt toegekend tôt de maximum
bedragen, opgenoraen in tabel 1 behorende bij dit besluit. Deze bedragen worden per
1 januari van elk jaar herzien.
De raad is bevoegd in zijn verordening van de in de hiervoor genoemde tabel genoemde
bedragen naar beneden af te wijken tôt een maximum van 20% of kan bepalen dat een
gedeelte van de vergoeding voor de werkzaamheden, eveneens tôt een maximum van 20%,
wordt uitgekeerd, berekend naar het aantal gehouden vergaderingen.
u.:r. -
Voor leden van een comnissie, die geen raadslid zijn, wordt een vergoeding voor het
bijwonen van de vergaderingen van de commissie toegekend tôt de maximum-bedragen,
opgenomen in tabel II behorende bij meergenoemd IConinklijk Besluit. Ook in dit ge-
val kan van de daarin genoemde bedragen naar beneden worden afgeweken tôt een ma
ximum van 20%.
Het wordt aan de raden overgelaten met inachtneming van deze marge eventueel nog
verschil te maken tussen presentiegelden voor dag- en avondvergaderingen.
Blijkens tabel 1, behorende bij het K.B. vau 23 november 1976, Stbl. 621, is voor
raadsleden in een gemeente met een aantal inwoners van 6000-8000 voor 1975 de maxi
male vergoeding voor hun werkzaamheden bepaald op 1999,en de tegemoetkoming
in de kosten op f 525,
Het maximum-presentiegeld voor conmissieleden, die geen raadslid zijn, is voori.een
gemeente met een inwoaertal t/m 10.000 voor 1975 bepaald op 45,
Bij beschikking van de Minister van Binnenlandse Zaken van 26 november 1976
staatscourant nr. 241) zijn voor het jaar 1S76 de hiervoor genoemde maximale bedra
gen vastgesteld op respectievelijk 2.258,en f 577,voor raadsleden en op
51,voor commissieleden.
tf,
Stiens, 10 januari 1977.
t" -