- 3 - Ook tegen deze wijze van subsidietoerekening kunnen bezwaren worden aange- voerd, omdat volgens onze inlichtingen door inwoners, behorende tôt de ge- reformeerde kerken de hulp wordt ingeroepen van de Madi IToordwest Priesland en door inwoners, niet "behorende tôt een van deze kerken van de Stichting Hallum. Een subsidiëring naar verrichting zou ongetwijfeld het meest reë'el zijn, maar dit is echter niet mogelijk. Wij stellen u daarom voor de Madi IToordwest Priesland te subsidiëren op basis van het aantal inwoners van deze gemeente, minus het aantal inwoners, beho rende tôt de gereformeerde kerken. Op het totaal aantal inwoners in het werk- gebied dienen de inwoners, behorende tôt de gereformeerde kerken in de gemeen- ten Het Bildt, Perwerderadeel en Leeuwarderadeel in mindering te worden ge- bracht Zoals hiervoor reeds opgemerktheeft de Prot. Ghr. Stichting voor Maatschap- pelijk Werk Hallum haar werkgebied de laatste jaren niet onbelangrijk uitge- breid. Niet aile gemeenten waarbinnen de Stichting haar werkzaamheden is be- gonnen hebben daaraan hun goedkeuring verleend, als gevolg waarvan ook de er- kenning door de minister achterwege is gebleven. Door het rijk worden tôt nu toe twee bij de Stichting Hallum in dienst zijnde maatschappelijke werkers gesubsidieerd. Ihgevolge de subsidievoorwaarden wordt door de gemeente (of gemeenten) waarin de stichting werkzaam is en die daarmee hebben ingestemd, een gelijk bedrag aan subsidie toegekend als ook door het rijk wordt verleend. Door de uitbreiding van het werkgebied van de Stichting Hallum vormt het to- taalbedrag aan gemeentelijk subsidie, waarop deze stichting aanspraak kan maken, geen enkel probleem. Dit bedrag blijft namelijk gelijk aan het bedrag dat door het rijk als subsidie wordt toegekend. Een wijziging zal pas plaats kunnen vinden, als het rijk meer maatschappelijke werkers gaat Subsidiëren. De vraag is, op welke wijze het bedrag over de gemeenten moet worden verdeeld. Pormeel gesproken zouden alleen die gemeenten, die er mee hebben ingestemd, dat de stichting in hun gemeente werkzaam is, dit bedrag aan subsidie moeten opbrengen. Hier staat tegenover, dat de Stichting Hallum momenteel werkzaamheden ver- richt in gemeenten, die daarvoor geen bijdrage verlenen; deze zijn daartoe ook niet verplichtomdat zij er niet mee hebben ingestemd dat de stichting binnen hun gemeente werkzaam is. Een deel van die gemeenten, voor zover ge- legen binnen het gebied van de Madi IToordwest Priesland zou overigens ook dubbel gaan subsidiëren, omdat deze zich hebben verbonden laatstgenoemde stichting op basis van het totaal aantal inwoners te subsidiëren. Een en ander betekent echter wel, dat moet worden aangenomen, dat de twee maatschappelijke werkers van de Stichting Hallum ten dele aan de werkzaam heden binnen het oorspronkelijk werkgebied zijn onttrokken, terwijl alleen de gemeenten binnen dit werkgebied in de kosten van deze werkers subsidie verlenen. De Stichting Hallum heeft dit probleem ook onderkend en men heeft daarom be- sloten per 1 juli a.s. een derde maatschappelijk werker aan te trekken, die niet door het rijk zal worden gesubsidieerd. De gemeenten zijn derhalve ook niet verplicht deze kracht te subsidiëren, hoewel het de gemeenten vrij staat op vrijwillige basis subsidie te verlenen. Deze onverplichte subsidiëring zullen echter waarschijnlijk niet in aanmerking komen als kosten van sociale zorg in het kader van de financiële verhouding rijk - gemeenten. Volgens onze inlichtingen ligt het in de bedoeling, dat de twee door het rijk gesubsidieerde maatschappelijke werkers werkzaam zullen zijn in de gemeenten, die de stichting hebben erkend. De aan te trekken derde maatschappelijk werker zal in het "buitengebied" worden ingezet. -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1977 | | pagina 45