No. 77/ 64
De raad der gemeente Leeuwarderadeel
gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 maart 1977, no.
77/
b e s 1 u i t
I. met ingang van 1 juli 1977 in te trekken zijn besluit van 21 december
1972 tôt het aangaan van een rekening-courantovereenkomst met de Amster
dam-Rotterdam Bank N.V„kantoor Leeuwarden;
IX. met de Amsterdam-Rotterdam Bank N.V., kantoor Leeuwarden, gevestigd te
Leeuwarden, ingaande 1 juli 1977 een nieuwe rekening-courantovereenkomst
aan te gaar\ waarop van toepassing zijn de Algemene Voorvaarden, opge-
steld en gedeponeerd door de Algemene Bankiersvereniging, en waarm,
voorzcveel daaraan behoefte bestaat, wordt vervat ?.en creiiet, waarvan
het bedrag in overeenstemming met de bank, voorzoveel na bekomen goed-
keuring, van jaar tôt jaar zal worden vastgesteid.
Ill.goed te keuren, dat in de overeenkomst de volgende bepalingen zullen
worden opgenomen
Artikel 1
De debetrente van de in rekening-courant door de gemeente bij de bank ver-
schuldigde bedragen wordt vastgesteid op 1% boven het promesse-disconto van
de Nederlandsche Bank, te verhogen met een opslagrente van thans 0% per jaar
De creditrente van de in rekening-courant door de gemeente bij de bank uit-
gezette bedragen wordt vastgesteid op het in het algemeen gangbare rente-per
centage voor in rekening-courant uitgezette bedragen, gestaffeld over het
volledige saldo. Voor de berekening van de creditrente zal het jaar op 360
dagen en de maand op 30 dagen worden gesteld.
Kennisgeving van wijziging in de debetrente met betrekking tôt het promesse-
disconto en de opslagrente wordt geacht plaats te vinden via de desbetref-
fende publicatie in de landelijke pers. Van iedere overige wijziging der
rentepercentages zal de bank aan de gemeente onverwijld kennisgeven.
Artikel 2
De bank belast zich met de betalingen, welke de gemeente aan haar zal op-
dragen tegen een vergoeding, die telkenjare in de aanvullende rekening-cou
rantovereenkomst wordt overeengekomen en zulks voorzover de stand der reke-
ning, in verband met het maximumcrediet, dat zal toelaten.
Artikel 3
De bank zal aan de gemeente-ontvanger of aan derden geen gelden uitbetalen,
ongeacht of zulks geschiedt in mindering van een creditsaldo, dan wel daar-
door een debetsaldo ontstaat, dan op een aan haar te overhandigen of toe te
zenden schriftelijke, gedagtekende opdracht, welke is medeondertekend door
de functionarissen, die tôt goedkeuring van betalingsopdrachten zijn aange-
wezen. De gemeente zal de bank schriftelijk opgave doen van de functiona-
rissen, die gerechtigd zijn tôt het goedkeuren van betalingsopdrachten.
In afwijking van het bepaalde in het voorgaande lid is de bank gerechtigd
in spoedeisende gevallen betalingen te doen op door de gemeente-secretaris
of diens plaatsvervanger gewaarmerkte betalingsopdrachten.