De heer Jansma meent, dat het principe van de gevulde algemeenheid goed is, maar dat er begrip voor moet zijn dat anderen daar anders over denken. Wethouder Soepboer zegt, dat de verdeelsleutel zoals die wordt voor- gesteld door de gemeenten Het Bildt, Ferwerderadeel en Leeuwarde- radeel billijk is, omdat alleen de Gereformeerde Kerken in die ge meenten bij de stichting Hallum zijn aangesloten. Onder aantekening dat de heren de Haan en Beuker willen worden ge- acht te hebben tegen gestemd wordt zonder hoofdelijke stemming con- form het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Voor s tel tôt het verlenen van een aanvullende subsidie in de 2e fase van restauratie van de Poarte te Stiens (77/43) 1-4 207 m. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Voorstel tôt vaststelllng van devoorwaarden3 verbonden aan het verlenen van bijdragen en subsidles door de gemeente Leeuwardera- deel voor de stiohting3 verbouw of verbetering van gebouwen en bouwwerken (77/44) 1-4 208 m. De heer Dam meent, dat in de situatie dat een schuldeiser tôt ver- koop van het gebouw wil overgaan, waardoor de voorziening voor de gemeenschap verloren gaat, niet voorzien is. Verder is hij van oordeel, dat wanneer bij opheffing van een vereniging of een stich ting het bezit wordt verkocht, dat de gemeenschap dan recht heeft op een gedeelte van de opbrengst. Tenslotte is hij van oordeel, dat het concurrentiebeding soepel moet worden toegepast en wel om dat hij zich kan voorstellen dat er verenigingen zijn die van de akkommodatie op het sportveld gebruik willen maken, omdat de huidige akkommodatie niet meer toereikend is. De heer Faber zegt verschillende bezwaren te hebben. Allereerst heeft hem de mogelijkheid ontbroken om deze stukken goed te bestu- deren. Hij is van oordeel, dat stukken als het onderhavige in een vroeger stadium aan de raad moeten worden toegezonden. Verder be- perken naar zijn oordeel deze voorwaarden teveel de vrijheid van de verenigingen en stichtingen. Hij zegt de algemene uitgangspun- ten wel te kunnen onderschrijvenmaar naar zijn mening moeten de ze in een minder bindende vorm worden gegoten. Hij vraagt zich af of het kollege van burgemeester en wethouders het voornemen heeft om op basis van deze voorwaarden de verenigingen en stichtingen regels op te leggen zonder, dat de raad hierin nog wordt gekend. Als dit het geval is zo zegt hij, dan ben ik tegen dit voorstel. Hij stelt voor dit voorstel aan te houden tôt de volgende vergade- ring, zodat een wat betere bestudering mogelijk is. Mevrde Boer vraagt of deze voorwaarden exclusief voor de gemeen te Leeuwarderadeel zijn of dat er gebruik gemaakt is van een model van de vereniging van Nederlandse Gemeenten. De heer Tulner zegt bezwaren te hebben tegen de betiteling van de voorgestelde regeling. Naar zijn mening valt elk gebouw hier onder. Verder vraagt hij zich af welke verenigingen worden bedoeld in ar- tikel 2, lid 2. Naar zijn mening is het eisen van goedkeuring op elke statutenwijziging door burgemeester en wethouders een beetje te veel van het goede. Ook ziet hij niet de noodzaak van het be- paalde in de artikelen 6 en 10. Waarom zo vraagt hij zich af moe ten burgemeester en wethouders gekend worden in aile geldleningen en in aile verbouwingenHij is voorts van oordeel dat artikel 17 kan vervallen indien in artikel 16 wordt bepaald, dat de raad na- dere voorwaarden kan stellen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1977 | | pagina 8