De heer Faber spreekt de wens uit, dat met de bouw van de nieuwe school
spoedig kan worden aangevangen.
Mevr. de Boer merkt op, dat door de Hijumers nu niet kan worden gezegd
da Hijum altijd lang moet wachten.
Mevr. Nicolaij vraagt of er mogelijkheden zijn, dat de bouw van deze school
op korte termijn plaats kan vinden. Voorts informeert zij naar het bedrag
waarvoor de Stichting "Het Dorpshuis" te Hijum-Finkum de oude school zal
moeten overnemen.
Wethouder Visser wijst er op, dat de plannen om in Hijum een nieuwe school
te bouwen zijn versneld door de akties van de Stichting "Het Dorpshuis" te
Hijum-Finkum. Hij meent, dat zeker over een schoolgebouw volgens de tradi-
tionele bouwmethode kan worden nagedacht. Wat betreft de eventueel te
bouwen semi-permanente school wijst hij er op, dat wordt gedacht aan een
school zoals deze is bekeken tijdens de raadsexcursie in 1976 te Meppel.
Hij merkt op dat het grote voordeel van deze scholen is, dat ze altijd
verplaatsbaar zijn. Onderwijstechnisch gezien zegt hij geen problemen met
deze bouwmethode te hebben en wel omdat aan aile te stellen eisen kan wor
den voldaan. Tenslotte vestigt hij de aandacht er nog op, dat een semi-
permanente school veel sneller kan worden gebouwd als een school volgens
de traditionele bouwmethode.
De heer de Haan ziet geen voordeel in een semi-permanent schoolgebouw voor
Hijum en wel, omdat er in Hijum toch altijd een school zal moeten zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
Voorstel tôt het plaatsen van borden nrs. 16 en 61 van het Règlement Ver-
keersregels en Verkeerstekens (77/59) 3-2 069 m.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten.
Voorstel tôt het nemen van verkeersmaatregelen te Stiens (zie voorstel
77/45)3 -2 070 m.
De heer de Haan zegt, dat zijn fraktie bezwaren heeft tegen dit voorstel.
Hij is van oordeel, dat de inspraak van de bevolking wordt genegeerd.
Verder vraagt hij zich af waarom de H.T.S. te Leeuwarden niet is gevraagd
de verkeerssituatie ter plaatse te onderzoeken.
Het advies waar het kollege zich nu op beroept, is naar zijn mening te
oud om nu nog ter sprake te worden gebracht.
De heer Boersma vraagt zich af of op deze manier niet wordt vooruitgelopen
op de straks in het kader van het op te stellen verkeersplan te nemen
verkeersmaatregelen. Tegen het voorstel op zich zegt hij geen bezwaren te
hebben.
De heer Jansma zegt begrip op te kunnen brengen voor de bezwaren van de
bewoners. Hij meent evenwel dat het snelle rijden niet direct te wijten
is aan de overheid, maar aan de automobilistHij noemt het gedrag van de
automobilisten slecht tôt zeer slecht. Met betrekking tôt het onderzoek
wat aan het op te stellen verkeersplan vooraf zal gaan vraagt hij zich af
of het niet mogelijk is, dat de bewoners van de diverse straten hier bij
ingeschakeld worden. Tenslotte vraagt hij het kollege waarom door haar
niet is voorgesteld van de Aldlânsdyk een voorrangsweg te maken en wel om
dat dit naar zijn mening duidelijker kan worden aangegeven.
Wethouder Soepboer meent, dat de heer de Haan in de kommissie Openbare
Werken en Verkeerszaken uiteindelijk toch akkoord is gegaan met het advies
om de splitsingen tôt voorrangssplitsingen aan te wijzen.