Agendapunt 13 Voorstel 77/133 Onderwerp: Stiens, 19 oktober 1977. voorlopige vaststelling gemeente-rekening 1974 Aan de gemeenteraad Het contrôlerapport van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het verslag van de commissie voor het nazien van de rekening 1974, inzake de gemeente-rekening 1974 geven ons aanleiding tôt de navolgende opmerkingen. Credietbewaking Door de onderbezetting van de afdeling financiën konden in het verleden niet regel- matig de te verwachten begrotingsoverschrijdingen of het achterblijven van de werke- lijke inkomsten en uitgaven bij cfe ramingen in de gemeente-begroting tijdig worden verwerkt. Dit was mede het gevolg van het feit, dat deze gevallen zich hoofdzakelijk voordoen in de laatste helft van het jaar, een période, waarin zeer veel tijd aan de begrotingen voor het volgende en de rekeningen over het verstreken dienstjaar moet worden besteed. Inmiddels zijn in de loop van 1976 en 1977 de ramingen voor die jaren reeds eniger- mate tussentijds aangepast, doch hierbij kon wegens het ontbreken van de benodigde gegevens nog niet in voldoende mate rekening worden gehouden met nog te doene uitga ven of nog te verwachten extra inkomsten. Door de afdeling financiën grotendeels te ontlasten van de salarisberekeningen en de bediening van de boekhoud- en de ponsmachine menen wij in de nabije toekomst ruimte te kunnen scheppen voor o.a. dit onderdeel van de administratie. Batig slot hoofdstuk VII gewone dienst Ceigendommen Het batig slot van hoofdstuk VII kan worden verklaard uit het feit, dat enerzijds het dividend van de aandelen N.V.Bank voor Nederlandsche Gemeenten op begrotingsbasis op hoofdstuk II was geraamd en het dividend van de aandelen N.V.Bouwfonds Nederlandse Gemeenten op hoofdstuk V terwijl de ontvangen bedragen op rekeningsbasis ten onrech- te - evenals in de aan 1974 voorafgaande jaren - op hoofdstuk VII zijn geboekt. Ove- rigens is de post beinvloed door de post "bespaarde rente". Aangezien men bij het opmaken van een gemeente-begroting niet weet, welke toevoegingen aan diverse reserves c.q. eigen kapitaal plaats vinden dan wel tôt welke bedragen aan de reserves middelen worden onttrokken of welke batige sloten of tekorten ten bate of ten laste van de saldireserve moeten worden gebracht, wordt een voorzichtige raming aangehouden. In dien in de loop van het jaar uit een reserve wordt geput valt er een "gat" in de be- groting wegens rentederving dat weer uit de gewone middelen moet worden opgevuld.Een en ander is thans meer ondervangen door aan de meeste reserves rente toe te voegen. Batig saldo hoofdstuk XI par.1 (eigen belastingen) De hoofdoorzaken hiervan zijn gelegen in het feit, dat de grondbelasting, de perso- nele belasting en de hondenbelasting respectievelijk plm. 4.000,--, f 60.000,-- en f 2.000,-- méér hebben opgebracht dan oorspronkelijk geraamd in de primitieve begro- ting. Bij deze vergelijking dient evenwel tegelijkertijd te worden bedacht, dat in de loop van het jaar diverse posten nader worden aangepast. Tevens was en is het ge- bruikelijk in deze gemeente tegelijk met de aanbieding van de begroting voorstellen tôt eventuele belastingverhogingen te doen. De hieruit voortvloeiende meerdere baten worden na de vaststelling van de nieuwe c.q. gewijzigde belastingverordeningen bij begrotingswijzigingen opgevoerd. Nen kan dus niet zonder meer de primitieve begroting vergelijken met de rekening, doch moet daarbij tevens rekening houden met de diverse wijzigingenZo is ingaande 1974 het aantal opcenten op de personele belasting ver- hoogd van 250 tôt 275, waarvan de baten bij begrotingswijziging op de begroting 1974 zijn opgevoerd. Voorts merken wij op dat de ramingen voor de personele en de grondbelasting werden opgemaakt door de inspecteur der rijksbelastingen, die als regel geen rekening kon houden met eventuele nieuwbouw of verbouw.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1977 | | pagina 49