- 2 - land n.v. In het Kader van dit overleg is door de inspekteur van de volksgezondheid opgemerkt, dat milieubelastende aktiviteiten door middel van de planvoorschriften zoveel moge- lijk moeten worden uitgesloten. Hiervoor is hierop reeds ingegaan en wij menen dan ook te kunnen vqlstaan met verwij- ziging naar onze opmerking hieromtrent. Door de kommissie voor het overleg als bedoeld in artikel 8 van het besluit op de ruimtelijke ordening wordt een fasering bepleit. Hiervoor is reeds aangegeven, dat ook aan deze opmerking tegemoet is gekomen. Verder is opgemerkt, dat Stiens niet behoort tôt de kernen waar gestreefd wordt naar concentratie van inspanning [en kosten) ten behoeve van de werkgelegenheid Verwezen wordt hierbij naar de primaire en secundaire kernen. Genoemde kommissie is gelet hierop van mening, dat de bedrijfsterreinbehoefte voor Stiens dient te worden afgestemd op cb lokale verzorgende funktie van Stiens, met een daarbij aangepaste fa sering. Hoewel wij er zeker niet naar streven Stiens tôt een primaire of secundiare kern te laten ontwikkelen, menen wij toch dat er mogelijkheden moeten zijn om bedrijfsves- tiging in andere dan primaire of secundaire kernen toe te laten en/of te stimuleren. Bij de behandeling van de nota werken is door uw raad hieromtrent het volgende opge merkt "Een zekere koncentratie wijzen ook wij niet direkt van de hand, vooral niet indien dit in het belang van de werkgelegenheid is. Wel wijzen wij elke vorm van diri- geren van bedrijven uit andere plaatsen in de provincie naar deze kernen zeer na- drukkelijk van de hand. Naar onze mening dient in principe de vestiging van bedrijven ook in de gemeenten die niet een als zodanig aangewezen ontwikkelingskern hebben, vrij te worden gelaten. Er valt zelfs voor te pleiten de vestiging van bedrijven te stimuleren in deze gemeenten" Wij menen, dat het ontwikkelen van een bescheiden bedrijventerrein te Stiens met deze beleidsuitspraak niet strijdig is. Door vermelde kommissie zijn verder nog een aantal opmerkingen van technische aard gemaakt Voorzover mogelijk is hieraan tegemoet gekomen. Overleg met de bevolking Middels advertenties in de Leeuwarder Courant, het Friesch Dagblad,de Staatscourant en door aanplakking aan het gemeentehuis is het onderhavige ontwerp-plan op 1 juli 1977 onder de aandacht van een iqder gebracht. Ten behoeve van de plaatselijke bevolking is in "Op 'e Skille" van juli een uitvoe- rige beschrijving gegeven van dit plan. Naar aanleiding van deze aankondigingen hebben de navolgende personen bezwaarschrif- ten ingediend: 1. de heer P.de Haan, Hege Hearewei 25, Stiens. 2. de heer S.Niedema, It Noarderfjild 4, Stiens. 3. de heer Th.de Boer, Truerderdyk 5, Stiens 4. de heer A.Seepma,Truerderdyk 7, Stiens 5. de heer L.W.Braber, Uniawei 19, Stiens, mede namens de heer G.Bosma.Smelbrêge 6, Stiens. Genoemd ontwerp-plan lag met ingang van 4 juli 1977 gedurende één maand ter inzage. Gedurende de termijn van ter inzage legging konden bezwaarschriften worden ingediend, derhalve tôt 4 augustus 1977. De bezwaarschriften van de heren Niedema, de Haan en Seepma zijn voor deze datum binnengekomen en derhalve zondermeer voor behandeling ontvankelijk. De bezwaarschriften van de heren de Boer en Braber zijn op 4 augustus 1977 binnen gekomen en erg formeel gezien zouden deze bezwaarschriften niet ontvankelijk kunnen worden verklaard. De jurisprudentie leert evenwel, dat in dezen niet te formeel moet en kan worden ge zien en wij menen dan ook, dat ook deze bezwaarschriften voor behandeling ontvanke lijk zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1977 | | pagina 48