Bezwaarschriften 1Bezwaarschrlft van de heer P.de Haan, Hege Hearewei 25, Stiens. De heer de Haan schrijft, dat zijn bezwaar zich richt tegen de wegsituatie in het uiterste noordwester van het plangebied, Zoals beKend, heeft de heer De Haan bezwarer tegen de ontsluiting van het indu- strieterrein middels een weg door It Skil, De bezwaren van de heer De Haan zijn naar onze mening ganegzaam teksfal en wij lien in dit varband hierop dan ook niet verder ingaan. Duidelijk is wel, dat het onderhavige bezwaarschrift een konsekwentie is van het tegen het bestemmingsplan Stiens (dorpl ingediende beroepschrift Dit laatste wordt door de heer De Haan onderkend en hij stelt dan ook, dat hij zijn bezwaarschrift zal intrekken, zodra de Kroon een beslissing over het door hem ingestelde beroep heeft genomen. Bij de behandeling van het bestemmingsplan Stiens (dcrp) heeft uw raad de bezwaren van de heer De Haan aangaande dit punt ongegrond verklaard. Wij menen, dat er geen aanleiding is thans eBn ander standpunt in te nemen en stellen u dan ook voor het bezwaarschrift van de heer De Haan ongegrond te verkla- ren. 2. Bezwaarschrift van de heer S.Miedema, It Noarderfjild 4, Stiens. Het bezwaar van de heer Miedema richt zich tegen de ontsluitingsweg vanaf It Noer- derfjild naar de Lege Hearewei. De heer Miedema meent, dat aan deze weg geen be- h8efte bestaat, omdat de huidige ontsluitingsweg voldoende is. Het zal u bekend zijn, dat de huidige ontsluitingsweg als noodweg is bedoeld en dat ter voorkoming van vrachtverkeer door de oude kern ontsluitingen zijn gepland in noordelijke en westelijke richting. Dit argument geldt-ons inziens nog onverkort en wij kunnen dan ook met dit bezwaar niet meegaan. Verder meent reklamant, dat aan It Noarderfjild voldoende ruimte is voor bedrijfs- vestigingen Uiteraard is er momenteel langs deze weg nog wel wat ruimte, maar met het oog op de toekomst zal deze ruimte onvoldoende zijn. De (toekomstige) aanleg van de weg ten noorden van It Noarderfjild is ter voorziening in de toekomstige vraag dan ook zeer zeker gewenst. Het bezwaar, dat de aanleg van de noordelijke ontsluitingsweg (niet te verwarren met de in de vorige zin genoemde weg)ten koste zal gaan van de verkeersveiligheid kunnen wij in het geheel niet onderschrijvenWij zijn van oordeel, dat juist in het belang van de verkeersveiligheid deze weg dient te worden aangelegd. De motie- ven hiervoor zijn reeds aangegeven. De opmerking, dat de weg te vroeg is geprojecteerd is ons inziens dan ook niet relevant. Bovendien zou het van weinig visie getuigen indien wel bevordering van de werkgelegenheid wordt bepleit, maar achterwege zou worden gelaten aan te geven wat volgens de huidige verkeerskundige opVattingen de beste manier is om het hiermede gepaard gaande vracht- en ander verkeer zo weinig mogelijk overlast aan het woonverkeer te laten bezorgen. Het is duidelijk, dat het bedrijf van de heer Miedema aldaar weinig expansie mo- gelijkheden meer heeft. De heer Miedema is hierover ook altijd erg duidelijk geinformeerdOp zijn ver- zoek is aan zijn bedrijf aldaar een bedrijvenbestemming gegeven, zodat hij aldaar zijn bedrijf zou kunnen blijven uitoefenen. Het thans aangevoerde bezwaar is naar ons gevoelen strijdig met zijn eerdere verlangens om aldaar zijn bedrijf te kunnen blijven uitoefenen. Dat de aanleg van een mogelijke 2e spoorwegaftakking zijn mogelijkheden nog meer zullen beperken kunnen wij niet onderschrijvenomdat volgens de huidige visie aile aldaar tôt het bedrijf van de heer Miedema behorende gronden zullen moeten worden aangekocht, Het resultaat zal dan ook zijn, dat de heer Miedema zijn be drijf sgebouwen op het industrieterrein heeft, doch de kultuurgrond ergens anders. Het is zondermeer duidelijk, dat de particulière belangen van de heer Miedema zullen moeten worden aangetast ten behoeve van het algemeen belang. Gelet op de visie achter dit plan achten wij dit gerechtvaardigd Naar onze mening zijn de bezwaren van de heer Miedema dan ook ongegrond.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1977 | | pagina 49