De heer Tulner zegt namens de C.D.A.-fraktie het volgende: Hijnheer de Voorzitter Hoewel in sommige raden het nut van het houden van de beschouwingen wel eens wordt betwijfeld meen ik, dat het toch wel een goeie zaak is,dat men zich als raadsfraktie eens een keer in wat breder en algemener verband kan uitspreken over het reilen en zeilen van de gemeente. Als men zo wat jaartjes meeloopt, dringt zich onwillekeurig toch wel eens een vergelijking op met die beginjaren, toen gemeentepolitiek even belangrijk was als nu, maar oneindig minder gecompliceerdWat toen maandelijks de revue pas- seerde en wat nu elke maand op tafel ligt, laat zich niet vergelijken. Het betekent, dat dat raadslid zich steeds meer in een oneindige variatie van pro- blemen moet verdiepen en zich een zekere vakbekwaamheid moet zien te verwerven op terreinen waarvoor hij geen vakopleiding heeft gehad. Om dit met een enkel voorbeeld te illustreren: de ruimtelijke ordening wordt hem opgediend gelar- deerd met de wijsheid van planologen, agogen, andropologensociolgen en noemt u ze maar verder op. Daarbij kan hij dan alleen maar een nuchtere kijk op de zaak hebben, omdat zijn wijsheid op deze onderdelen van gering gehalte is. Dat hoeft niet erg te zijn, mijnheer de voorzitter. De problematiek ligt van- daag de dag vele malen anders dan enkele tientallen jaren terug. Dat zich spe- cialisten hebben ontwikkeld op velerlei terrein, om verantwoorde plannen en beleidszaken te maken, is een goede zaak. Het gevaar is evenwel,dat, omdat op de kleinste onderdelen specialismen aanwezig zijn, de adviezen en de beoordelin- gen zich toespitsen op al die kleinigheden, waardoor het vakidiolisme het gaat winnen van de grote beleidslijn met anderewoorden de onderdelen worden belang- rijker dan het geheel. In Achtkarspelen zijn daarover deze week behartenswaardige dingen gezegd, waarbij geen woord Spaans was. Maar juist hierdoor is dat raadslid zo belast, en vaak zo onzeker bij de beoor- deling van wat hem wordt voorgeschoteldWant wat in al die jaren niet is ver- anderd mijnheer de voorzitter, is het aantal dagen in deweek. Ze zijn vele,vele avonden bezet. En hij heeft steeds meer tijd nodig om tôt een verantwoord door- gronden van de rnaterie te komen. Dit is niet bedoeld als een klaagzang, mijnheer de voorzitter,ik kwam tôt deze bespiegeling, omdat ik dit meermalen zo ervaar en dan nu, met de begroting in de hand, toch tôt de conclusie mag komen, dat het bestuur van deze gemeente op een goede wijze wordt gevoerd. Collège en raad hebben kennelijk door al de bomen het bos goed in de gaten kun- nen houden waardoor we kunnen stellen, dat we financieel gezond zijn en voor de dag kunnen komen met onze voorzieningenToch mag dit ons niet verleiden, tôt het wat hovaardig denken dat we onze eigen boontjes zeer wel alleen kunnen en kunnen blijven doppen. Vanuit een zelfstandige gemeente zal het nodig zijn in een groter verband te overleggen over zaken, die het groter verband raken en waarvan de inportantie de gemeentegrenzen overschrijden Wij zullen ons dan ook als C.D.A.-fraktie positief blijven opstellen tegenover de Regio, wat wij het geeigende instituut vinden om in samenwerking met anderen het lokaal bestuur die demensie te geven, die haar tôt de hoeksteen van ons democratisch funktioneren maakt. Wij willen hierbij nog enkele kanttekeningen maken. De grenzen van de regio Leeuwarden komen thans overeen met die, die zijn aan- gegeven door de provinciale stuugroep. Het is een goede zaak, dat provincie en gemeenten hiermee op een lijn zitten. Het bijzondere nadruk willen wij wel stellen dat regionalisatie nooit doel op zich mag zijn. Het moet zich beperken tôt middel om de zelfstandigheid van gemeenten en lokaal bestuur veilig te stellen. Het biedt, naar de mening van mijn fraktie de moge lijkheid om bestuurstaken van lokaal bestuur (gemeenten] samen te doen, maar dan uitsluitendik stel dit met nadruk mijnheer de voorzitter,die taken, die duidelijk gemeentegrens en gemeentedraagkracht overschrijdend zijn. Daarom hebben wij het afgelopen jaar ingestemd met een régionale indicatiecommis- sie en in principe met een régionale, nu nog genoemd "districts-gezondheidsdienst

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1978 | | pagina 13