Al etende uit die gomeentelijko berg mot kronten, mijnheer de voorzitter, gaat men al weer verder, dan men bedoelt. Ik zal dan nu ook eindigen, waarbij ik mii realiseer, dat ik maar hier en daar wat accenties heb gelegd. Ik wil daarbij nog uitspreken, dat wij.met zo nu en dan een kritischenoot misschien, veel waar- denng hebben voor hetgeen burgemeester en wethouders het afgelopen jaar in het belang van de gemeente hebbengpdaan. Ik ben begonnen met te zeggen, dat er voor de raadsleden veel tijd gaat zitten in het raadswerk. Hoeveel te meer voor het collège en dan met name de wethouders. Heer Soepboer, Heer Visser, speciaal u, als part-timers, onze dank voor uw inzet. Veel waardering wil ik ook uitspreken voor de wijze, waarop de vragen uit de sek- ties zijn beantwoord. Geen er omheen draaien, geen kluitjes in het riet, geen zich er af maken klasse. Het jaar nadert zijn einde mijnheer de voorzitter. Kerstmis lichtjes, bomen, groen, versiering, lekker eten en drinken het heeft zo weinig te maken met het wezenlijke van kerstmis. □f is het een vluchten uit de werkelijkheid? Hoe groter onze welvaart, hoe meer mensen ongelukkig en zonder houvastOnvrede allom, terwijl kerstmis vrede wil brengen. Zijnwe zo in het klatergoud van de schijnwerkelijkheid terechtgekomen? Bij die Kerst hoort dat kind van God, dat voor ons op aarde kwam. Dat kind wil onze twijfel op zich nemen en ons brengen naar de vrede van God. Ik hoop, dat wij allen die vrede mogen vinden of ervaren, als het over enkele dagen kerstfeest is. Dat ons dat mag begeleiden en ons mag sterken in het nieuwe jaar.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1978 | | pagina 18