-7-
HOOFDSTUK V: HET DAGELIJKS BESTUUR
Paragraaf 1: De samenstelling van het dagelijks bestuur.
Artikel 13
Het dagelijks bestuur bestaat'uit zeven leden, te weten:
a. de voorzitter;
b. twee leden benoemd door het algemeen bestuur uit de in
artikel 5, eerste lid, sub a, bedoelde leden;
c. vier leden benoemd door het algemeen bestuur uit de in artikel 5,
eerste lid, sub b, bedoelde leden, met dien verstande, dat iedere
lorganisatie voor zover mogelijk in het dagelijks bestuur ver-
tegenwoordigd is.
Artikel 14
1Het algemeen bestuur beslist bij de aanvang van elke zittings-
periode ten spoedigsté, doch in elk geval binnen vier maanden, over
de aanwijzing vàn nieuwe leden, bedoeld in artikel 13, onder b.
Aftredende leden zijn terstond herkiesbaar.
2. Hij die ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, houdt tevens
op lid van het dagelijks bestuur te zijn.
3. Indien tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur beschikbaar
komt van een lid, als bedoeld in artikel 13, onder b en c, kiest het
algemeen bestuur ten spôedigste, doch in elk geval binnen vier maan
den, een nieuw lid.
A. Leden van het dagelijks bestuur die aftreden of hûn ontslag indie-
nen blijven als zodanig fungeren totdat in hun opvolging is voor-
zien.
5. Op de leden van het dagelijks bestuur zijn de artikelen 87a en 95
van de gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 15
Indien een afwezigheid van een lid van het dagelijks bestuur van
langdurige aard wordt verwacht, dan wel de voorzitter gedurende een
naar verwachting langdurige termijn wordt vervangen op de wijze,
bedoeld in artikel 20, derde lid, kan het algemeen bestuur in de
tijdelijke vervanging van dat lid, c.q. van hem die de voorzitter
vervangt, voorzien.
Paragraaf 2: De werkwijze van het dagelijks bestuur.