- 3 - 14Voorstel om een crediet beschikbaar te stellen voor het aanbrengen van een gTind-asfaltbetonlaag op een gedeelte van de Gnene Dyk. (78-104) 3-2 328 m. De heren Soepboer en Boersma voeren over dit voorstel het woord. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Hierna schorst de voorzitter de vergadering. Na heropening van de vergadering om 19.30 uur stelt de voorzitter aan de orde agenda- punt 15 15Voorstel omtrent de financiële gevolgen voortvloeiende uit de ruilverkaveling voorzover voor rekening komende van de gemeente. (78-105) 3-2 386 m. Over dit voorstel wordt het woord gevoerd door mevr. De Boer en de heren De Haan, Jansma, Faber, wethouder Soepboer, Beuker, wethouder Visser en de voorzitter. De heer de Haan zegt geen behoefte te hebben aan het verharden van de Witewei en een deel van de Goadyk. De heer Jansma is van oordeel, dat ook de ver in het land wonende agrariër goed bij zijn boerderij moet kunnen komen, hij is dan ook van mening dat ook in de wegaanleg ten behoeve van de ontsluiting van deze boerderijen een gemeentelijk aandeel behoort te worden betaald. Mevrouw De Boer steunt deze mening van de heer Jansma. De heer Faber bepleit, dat de niet doorgaande wegen voor 30% voor rekening van de gemeente komen. Wethouder Soepboer wijst erop, dat inderdaad de kosten van de niet-plan wegen voor het blok hoger zijn, maar dat hierbij niet uit oog moet worden verloren dat de voor rekening van de gemeente komende kosten ook veel hoger liggen dat in de omringende gemeenten. Hij zegt toe het gemeentelijkaandeel voor de verbetering van de Iestdyk van 20 op 30% te willen brengen. Voor het overige zegt hij het voorstel te willen handhaven. De heer Beuker doet de suggestie om de waterschapswegen bij het waterschap te laten blijven. De gemeente bespaart op deze manier 15%. De besparing voor het blok is in dezen gelijk aan de besparing van de gemeente. De heer Jansma handhaaft ziin voorstel, dat ook van de insteekwegenvoorzover voleens het voorstel van gemeentewegë niet subsidiabel, ook 10% voor rekening van de gemeente moet komen. Dit laatste wordt ondersteund door mevrouw De Boer en de Heer Faber. De heer Soepboer zegt te vrezen, dat bestek '81 ook financiële consequenties met zich mede brengt voor de ruilverkavelingen. Een en ander is aanleiding geweest deze Zaak zo spoedig mogelijk in de raad aan de orde te stellen. Hierna schorst de voorzitter de vergadering. Na heropening zegt wethouder Soepboer, dat het kollege, nu de Iestdyk voor 30% voor rekening van de gemeente wordt genomen, het voorstel zoals het er verder ligt wil handhaven. De voorzitter wijst er op, dat er ook nog andere zaken in de gemeente op handen zijn die financiële offers vragen. De heer Beuker bepleit nogmaals om de waterschapswegen na toedeling weer aan het waterschap toe te wijzen. Alzo kunnen de hieruit voortvloeiende lasten over het gehele waterschap worden omge- slagen. Wethouder Soepboer meent dat dùniet meer mogelijk is, omdat dan het beleid in dezen eerder had moeten worden omgebogen. Zijns inziens is het onjuist om de lasten voort vloeiende uit de verbetering van de waterschapswegen in deze gemeente ook om te slaan in de Dongeradelëni, etc. De heer Jansma handhaaft zijn voorstel, omdat naar zijn zeggen de agrariërs anders hiervan de dupe worden. De heer De Haan wijst erop, dat niet gemotiveerd is aangegeven waarom de kosten van grindwegen hoger zouden zijn dan geasfalteerde wegen. De voorzitter meent, dat de ervaring dit wel heeft geleerd. Wethouder Soepboer is de mening toegedaan, dat de kosten van grindwegen 2x zo hoog zijn dan de kosten van geasfalteerde wegen. Vervolgens wordt het voorstel van de heer Jansma in stemming gebracht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1978 | | pagina 9