Hoofdstuk IV.
De inventarisatie van het aanbod.
Het was voor de kommissie noodzakelijk om te weten welk aanbod van edukatief
xœrk er al in de gemeente is.
Dit om te ontdekken of er witte plekken zijn:
welke soorten kursussen of wel welke verschillende funktie's (zie bijlageSTx)
of niet aan bod komen in de gemeente.
Bij het opstellen van onze enquête zijn wij uitgegaan van de enquête zo als die
in het draaiboek van de Fryske Kultuerried staat. Deze is veranderd en aangepast
aan de situatie in Leeuwarderadeel. De enquête is vergezeld van een toelichting
verzonden aan aile verenigingen op 17 mei jl. (zie bijlage IV.ÛDe adressen van de
verenigingen hebben wij verzameld door de adressen uit de gemeentegids na te
checken bij de verenigingen voor dorpsbelang van de verschillende dorpen.
Hiervoor hebben wij de bestuursleden op 9 maart 1978 uitgenodigd in het gemeente-
huis. Op deze avond hebben wij met hen een zo volledig mogelijke lijst met de ver:
enigingen, die in hun dorp aktief zijn gemaakt. Verder hebben wij hen voorlich-
ting gegeven over de bedoeling van het plan, de manier waarop het tôt stand komt
en wat hun roi daarin zou kunnen zijn.
De toi die hen toegedacht is, is n.l. die van kontakt tussen de kommissie en de
dorpen. Hiermede gingen zij akkoord. Voor de enquête betekent dit dat zij gezorgd
hebben voor een adres in hun dorp waar de enquêteformulieren weer ingeleverd
konden worden. En, wanneer men het formulier niet voor de aangegeven tijd inge
leverd had, hebben zij zich ingespand om hèt alsnog ingeleverd te krijgen.
De overweging om de bestuursleden van de verenigingen voor dorpsbelangen hiervoor
te vragen is de volgende geweest:
a. de verenigingen voor dorpsbelangen bekleden in de meeste dorpen, behalve
Stiens, een sleutelpositiezij kennen een groot aantal mensen en een groot
aantal kent hen. Een verzoek van hen om inlevering van of reaktie op zo'n
enquête heeft meer effect dan een brief van een (vrij) onbekende kommissie.
b. men zal eerder het formulier in het eigen dorp inleveren dat op sturen of
langs brengen in Stiens.
c. het is voor de kommissie niet haalbaar om aile niet-inleveraars persoonlijk
te benaderen.
d. het geven van meer bekendheid aan het plan en de ideeën permanente educatie
en het vormings- en ontwikkelingswerk voor volwassenen, ofwel het dichter
naar de mensen toebrengen. Met hierachter het vermoeden dat deze mensen van
dorpsbelang het verder kunnen vertellen en uitleggen aan de mensen van de
verschillende verenigingen.
Mec. het zijn ook de vragen van de enquête doorgenomen, en noodzakelijke veran-
deringen aangebracht.
In de enquête zijn de volgende vragen opgenomen: Naast naam korrespondentie
adres zijn de volgende vragen gesteld:
1. Wat is de doeistelling van uw organisatie en wat wilt u konkreet bereiken.
2. Waaruit bestaan uw hoofd- en neven aktiviteiten, onderverdeeld in de verschil
lende edukatieve funkties, met daarbij voorbeelden.
3. Welke aktiviteiten organiseerde u in het afgelopen seizoen
4. Heeft uworganisatie rechtspersoonlijkheideen levensbeschouwelijke grondslag;
is zij aangesloten bij een overkoepelende organisatie; heeft uw organisatie
samen met andere bepaalde kontakten/samenwerkingsrelatie.