Agendapunt: U
Voorstel: 78/ 172
Stiens, 14 november 1978.
□nderwerp
Voorbereidingsbesluit voor
het pand Smelbrêge 16, Stiens
(bestemmingsplan Stiens dorp)
Aan
de gemeenteraad.
In uw vergadering van 28 september j.l. hebben wij u voorgesteld om voor het
onderhavige pand een voorbereidingsbesluit te nemen, daar het voornemen bestaat
hierin een cafébedrijf te vestigen.
Dit voorstel is teruggenomen om met de buurtbewoners die tegen de vestiging van
een café in dit pand bezwaar maken overleg te kunnen plegen. Gemeld overleg
heeft inmiddels plaatsgevonden. Naast ons kollege waren hierbij aanwezig een
deputatie van de buurtbewoners en de heer Brandsma. Hoewel het gesprek in een
goede sfeer is verlopen heeft het de partijen niet nader tôt elkaar gebracht.
De heer Brandsma blijft bij zijn voornemen om in dit pand naast een café een
cafétaria en een hotelakkomodatie te vestigen.
Onder een cafétaria moet in dit verband worden verstaan een ruimte waarin een
afhaalbuffet is geplaatst. In deze ruimte kan op de bestelling worden gewacht,
terwijl 00k een hapje ter plaatse kan worden genuttigd.
Gelet op de laatste aktiviteit is de heer Brandsma van mening, dat de omgeving
niet veel overlast zal ondervinden, omdat de bedrijfsvoering rustig moet blijven
in verband met de hotelgasten. j
De deputatie van de buurtbewoners zegt hierop niet gerust te zijn en heeft aan-
gekondigd zich tegen de vestiging van een café/cafétaria aldaar te zullen
blijven verzetten.
Alvorens in te gaan op onze mening moeten wij u er nog op wijzen dat de vestiging
van een cafétaria in dit pand op grond van planologische voorschriften niet
kan worden tegegehouden. Deze mening gronden wij op de begripomschrijving
voor een winkel, welke als volgt luidt:
"een gebouw, welke door zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd om
uitsluitend te worden gebruikt als verkoopgelegenheid of toonzaal".
Een cafétaria is 00k een verkoopgelegenheid en dus kan de vestiging hiervan
- afgezien van de benodigde vergunningen in het kader van de hinderwet - op
planologische gronden niet worden verboden. Ons kollege denkt overigens ver-
deeld over de voor een café-vestiging noodzakelijke planwijziging. De minder-
heid stelt zich op het standpunt, dat een café veel overlast aan de omgeving
bezorgt en dat daarom de vestiging hiervan aldaar dient te worden geweerd.
Aan deze standpuntbepaling liggen de volgende overwegingen ten grondslag:
(zie bijlage). De meerderheid heeft veel begrip voor deze argumenten, maar
realiseert zich tevens, dat wanneer een dergelijk beleid zou worden gevoerd
dat dan de vestiging van een café-bedrijf vrijwel nergens meer zou kunnen
worden toegestaan.
