-4- Gelet hierop vraagt hij zich af, waarom er nu zoveel angst en wantrouwen tegen de vestiging van dit bedrijf bestaat. Hij zegt dit bedrijf wel een Kans te willen geven. Hierna wordt de vergadering geschorst. Tijdens deze schorsing verlaat de heer Tulner de vergadering. Na heropening van de vergadering zegt de voorzitter verbluft te zijn door de reacties. Ook hij wijst op het Kollege programma van de beide. grote fracties. Het andere spreKers is hij de mening toegedaan, dat dergelijhe voorzieningen nu eenmaal in een centrum kunnen worden verwacht. Wat betreft opmerKingen over het verstrekken van alcoholhoudende dranken vraagt hij zich af wat het beleid dan moet zijn met het verstrekken hiervan in de dorps- huizen, de kerkelijke gebouwen en de kantines op de sportvelden. Hij vreest, dat de horeca teveel het stempel krijgt opgedrukt dp.t. Jip.t. slecht is. Hij vraagt zich af waar de gedraagzaamheid ten opzichte van deaigen.;middenstander is. Wethouder Visser zegt, dat een cafébedrijf aldaar uit een oogpunt van architektoqische kwaliteit niet past. Verder zegt hij, gelet op het door de heer Brandsma gegeven intervieuw, vraagtekens te zetten.bij het publiek dat deze nieuwe vestiging zal bezoeken. Hij zegt zijn standpunt dan ook te handhaven. De heer Faber zegt graag te willen weten wat het standpunt van de heer Visser is met betrekking tôt het verstrekken van horecavergunningen voor dorpshuizen e.d. Verder maakt hij de opmerking, dat de leden van de kommissie Openbare Werken en Verkeerszaken in deze zaak rondfladderen, als aangaschoten eenden. De heer Jansma brengt ter tafel, dat het gaat om de moraal of tewel de feestelijke vervuiling.De heer Brameijer wijst op de ontwikkeling in het buitenland en de toenemende verslaving aan alcohol en drugs. Wethouder Soepboer zegt, dat besturen vandaag aan de dag een bijzondere zware taak is. Hij is de mening toegedaan.dat de vestigiflgvan een cafébedrijf aldaar op grond van het kollege-programma wel zou kunnen worden toegestaan. Hij wijst er op, dat jaren geleden, laatstelijk in i976 in het kader van de struktuurschets voor de gemeente een beleid is uitgestippelddat consequenties heeft voor de oude kern van Stiens. Wethouder Visser zegt in principe niet afwijzend tegenover het horecawezen te staan. De huidige plaats van vestiging is evenwel voor hem onaanvaardbaar. Vervolgens wordt het voorstel van de meerderheid om ten behoeve van een cafévestiging in het onderhavige pand een voorbereidingsbesluit te nemen in stemming gebracht. Voor dit voorstel wordt gestemd door de heren Faber, Soepboer, Boersma en Ketellapper, terwijl tegen dit voorstel wordt gestemd door mevrouw Jepma en de heren Brameijer, Van Rijn, Jansma, Haagsma, Visser, Beuker en De Haan. Hieruit volgt dat het voorstel van de meerderheid met B tegen 4 stemmen is verworpen. 12. Voorstel om het ontwerp bestemmingsplan Finkum vast te stellen. [78-173) 1-4 098 meter (R.207 meter zijde 5) Naar aanleiding van dit voorstel maakt de heer De Haan de opmerking, dat de stukken in de raadsportefeuille niet kompleet waren.Voor het overige wordt dit ontwerp-plan zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld, zoals door het kollege van burgemeester en wethouders is voor- gesteld. 13. Voorstel om voor 1979 de rekening-courant overeenkomst met de Bank voor Nederlandsche Gemeenten te verlengen.[78-174) 1-407 meter [R.359 meter) Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1978 | | pagina 11