-3-
Stiens te halen.Zijns inziens hebben de Regio en ds Provincie geen taak
wat betreft de verdeling van de woningen over de dorpen in een bepaalde
gemeente. Zijns inziens is het een misser, dat de spoorlijn Leeuwarden-Har-
lingen niet is genoemd. Verder zegt hij, dat het collège van burgemeester
en wethouders de Ruimtelijke Ordening^specten niet direct heeft kunnen
ontdekken. De heer De Haan waarschuwt arvoor, dat de werkgelegenheid
en de woningbouw niet uit elkaarworden gehaald, want dit bevordert zijns
inziens alleen maar de vervoersstromen. Verder zegt hij het er mee eens te
zijn, dat de vestigingsoverschotten binnen de Regio moeten blijven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
Hierna schorst de voorzitter de vergadering.
Na heropening stelt hij aan de orde
13. Voorstel inzake de nota alternatieven van het streekplan Friesland.
Over dit voorstel wordt het woord gevoerd door de heren Boersma, De Haan,
Van Rijn, O.Faber en de voorzitter.
De heer Boersma zegt niets aan het stuk van de Regio te hebben toe te voegen.
Zijns inziens zijn beide alternatieven vaak geen keuzen, zodat het maken
van een echte keuze vaak niet mogelijk is. Hij zegt zich te kunnen
vinden in de opmerkingen van burgemeester en wethouders. De heer De Haan
vraagt zich af, waarom de gemeente geen eigen geluid laat horen.
Hij wijst erop, dat de Regio nu een advies levert, dat geen keuze doet voor
êén van de beiden. Zijn fractie stelt zich, aldus spreker, op het standpunt
dat wel een keuze moet worden gemaakt. Naar zijn mening vraagt de Ruimtelijke
Ordening hier om. Wordt geen keuze gemaakt, aldus spreker, dan krijgt de
provincie vrij spel. Hij zegt, dat zijn fractie zich uitspreekt voor alter-
natief 2. De heer Van Rijn zegt, dat zijn fractie de beide adviezen kan
onderschrijven. Hij zegt van mening te zijn, dat de Regio terecht geen keuze
maakt, omdat wij dan teveel in de richting van een vierde bestuurslaag gaat.
Naar zijn mening moet door de gemeenten een keuze worden gemaakt.
(R.zijde 3 000 meter
Vervolgens wordt door hem een concept-motie in discussie gebracht.
De heer Faber is van mening, dat rigoreus wordt gestreefd naar bedrijfs-
vergrotingen en dat er voor de kieinere bedrijven weinig kansen blijven,
Hij waarschuwt ervoor, dat dit betekent, dat het dunbevolkte platteland
nog dunner wordt bevolkt dan nu al het geval is. Hij zegt zich in de
concept-motie van de heer Van Rijn te kunnen vinden. Ook de voorzitter is
van mening, dat de nota alternatieven veel schijnkeuzen bevat. Naar zijn
mening ontbreekt de duidelijke rode draad in dit stuk. Hij is van mening,
dat niet voor éên van de beiden alternatieven kan worden gekozen.
Hierna schorst hij de vergadering om de leden van de raad in de gelegenheid
te stellen de concept-motie van de heer Van Rijn te bestuderep.
Na heropening van de vergadering zegt de heer De Haan, dat zijn fractie met
de motie van Van Rijn akkoord kan gaan, mits een paar kleine wijzigingen
worden aangebracht. Door de heren Faber en Boersma wordt gezegd, dat zij
de motie van het CDA wel kunnen onderschrijven. De heer Van Rijn
zegt hij met de door de P.v.d.A.-fractie beoogde wijzigingen akkoord
te kunnen gaan. Hierna wordt de indiening van deze motie ondersteund door
de heren De Haan, Boersma, Faber en Van Rijn. Zonder hoofdelijke stemming
wordt tôt de vaststelling van deze motie besloten. Eveneens zonder hoofdelijke
stemming wordt het conform het voorstel van burgemeester en wethouders
besloten.
14. Voorstel om het oude schoolgebouw te Hijum voor één gulden over te dragen
aan de stichting dorsphuis Hijum -Finkum.
Over dit voorstel wordt het woord gevoerd door de heren Haagsma, Faber en de
voorzitter. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burge
meester en wethouders besloten.