Besluitenlijst van de vergadering van de gemeenteraad van 26 april 1979, vanaf des avonds 7.30 uur in het gemeentehuis te Stiens. Aanwezig zijn de leden: mevr. G. Jepma-Visserde heren J. Teitsma,H. Beuker, F.L. Brameijer, M. Haagsma, R.A. KetellapperS. Jansma J.G. van Rijn, H.A.J. Boersma en 0. Faber alsmede de wethouders P. de Haan en P. Soepboer. Voorzitter: H. Boschma, burgemeester Secretaris: J.P.v.d.Kooi, gemeentesecretaris Met kennisgeving afwezig de heer P. Tulner. De voorzitter opent de vergadering en veronderschuldigt de heer Tulner die wegens ziekte niet aanwezig kan zijn. Vervolgens stelt hij aan de orde de besluitenlijst van de vergadering van 29 maart j.l. 1Vaststelling van de besluitenlijst van de vergadering 29 maar£ 1979. B. 2-36 m. 0-153 m. Over dit punt wordt het woord gevoerd door de heer Beuker en mevr. Jepma. De heer Beuker stelt aan de orde de motie ingediend n.a.l. van punt 12 van de agenda van de vorige vergadering. Hij henadrukt nogmaals dat de Partij van de Arbeid deze motie heeft ingediend omdat naarhun mening het niet van toepassing zijn van de wet Investeringsrekening voor deze gemeente een onrechtvaardige zaak is. Hij stelt daarom voor dat deze motie zal worden toegezonden aan de betreffende instan- ties voorzien van een nadere toelichting door het kollege van B. en W. Mevr. Jepma wijst er op dat naar aanleiding van punt 6 naar haar mening een tweetal fouten in de verslaglegging zijn geslopen. Zo staat in de besluitenlijst vermeld dat zij zou hebben gezegd dat de R.O. i.v.m. het inspraakmodel niet bij de commissie Algemene Zaken thuis hoort. Dit moet zijn:'toel bij de commissie Algemene Zaken thuis hoort'-'. Wat betreft de opmerking over de Welzijnscommissieer heerst hieromtrent geen ondui- delijkheid in haar fractie maar bedoeld was te zeggen onduidelijkheid in het stuk van burgemeester en wethouders. De voorzitter zegt dat de door mevr. Jepma aangestipte punten zullen worden nagegaan. Wat betreft de motie van de heer Beuker merkt hij op dat de indiener van de motie verantwoordelijk is voor de inhoud. De door de heer Beuker voorgestelde oplossing kan hij dan ook niet onderschrijven. Het lijkt hem zinvol hierover nog eens rustig na te denken en eventueel in Regio verband deze zaak aan te kaarten. Het voorstel van de heer Beuker in deze vorm moet hij ernstig ontraden. In tweede instantie trekt de heer Beuker zijn voorstel in. Overigens wordt de besluitenlijst ongewijzigd vastgesteld. 2. Ingekomen stukken en mededelingen. 79/56 1-4 (R. 36-99 m.) kl.r. 153-474 m. Over dit punt wordt in eerste instantie het woordt gevoerd door de heren Faber, Teitsma Beuker De heer Faber wijst op punt 10 een schrijven van de fractie van de P.v.d.A. m.b.t. de woningen aan de Hege Hearewei. Hij kan de inhoud van dit schrijven ondersteunen. De heer Beuker spreekt zijn waardering uit voor de steun van de heer Faber. Tevens vraagt hij zich af wat de mogelijkheden zijn voor B. en W. om te voorkomen dat deze woningen worden gesloopt. Zijn inziens zijn dit zeer acceptebele woningen terwijl de huidige bewoners er met veel plezier wonen. De heer Teitsma vraagt n.a.v. punt 7 of er al aan een rampenplan wordt gewerkt en wie allemaal voor een vergoeding voor de gladheidsbestrijding in aanmerking komen. Hij heeft n.l. in de krant gelezen dat hiervoor inmiddels een regeling is getroffen. De voorzitter antwoordtdat de sloop van de woningen aan de Hege Hearewei besloten lag in het besluit dat in 1975 door de raad is genomen en hij staat op het standpunt

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1979 | | pagina 5