Beantwoording van de vragen van G.S.
In het kader van het voorgaande worden de vragen van Cedeputeerde Staten
als volgt beantvvoord:
1. Bijstelling van het plan tijdens de uitvoering in twee stappen is ac-
coord, mits met de uitvoering van het plan niet eerder wordt begonnen
dan na herwaardering van de 7 norm op grond van een gedegen bestudering
vooraf van de gegevens van de indicatiecommissies en de gegevens over
het Verloop van het bewonersbestand in de bejaardenoorden
2. Aangezien de fasering niet juist is, is beantwoording van deze vraag
irrelevant.
3. Neen, tenzij ten koste van veel leed voor de bejaarden.
Beantwoording van het tweede deei van de vraag is irrelevant.
if. De evenwichtige spreiding behoort niet per provincie, regio of
deel daarvan te worden beoordeeld, maar per gemeente.
5. Dit uitgangspunt is reëel, mits daarbij het gestelde in het antwoord 0|
vraag if mee in de overwegingen wordt betrokken.
6. De minimum- en maximum aantallen verzorgingsplaatsen per bejaardenoord
zijn aanvaardbaarmits voor het minimum aantal een uitzondering kan word<
gemaaktwanneer dat noodzakelijk is om per gemeente de minimale aanwe-
zigheid van één bejaardenoord te garanderen.
7. Verwezen zij naar het antwoord op vraag 6. Het antwoord op vraag if
moet mee in de overwegingen worden betrokken.