Nr. 79/151.
De raad der gemeente Leeuwarderadeel
gezien het verzoek van het bestuur van de Woningstichting "Leeuwarden-Leeuwarderadeel"
gevestigd te Leeuwarden, d.d. 18 januari 1977 bij Koninklijk Besluit van 10 maart 191^,
nr. 17, toegelaten als instelling, uitsluitend in het belang van de verbetering der
volkshuisvesting werkzaam, welke toelating der stichting is gehandhaafd bij Koninklijk
Besluit van 7 juli 1966, nr. k9 om:
a, voorschotten uit de gemeentekas voor de bouwmn êén en dertig woningwetwoningen te
Stiens, Britsum en Hijum;
b. bijdragen in de ongedekte jaarlijkse kosten, voortspruitende uit de exploitatie van
deze woningen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 16 oktober 1979;
overwegende, dat aan woningen als genoemde instelling beoogt te bouwen, in deze gemeente
inderdaad grote behoefte bestaat en dat binnen afzienbare tijd niet is te verwaehten
dat van partikuliere zijde in deze behoefte zal worden voorzien, terwijl uitvoering
van het bouwplan binnen het kader van het aan de gemeente toegewezen woningkontingent
mogelijk is;
Gelet op artikel 60 van de Woningwet en de beschikking geldelijke steun toegelaten
instellingen;
besluit:
I A. onder voorbehoud van toezegging van de door de gemeente van het Rijk te vragen
geldelijke steun:
aan bovenvermelde instelling tegen een rente, die de gemeente voor het onderhavige
doel aan het Rijk moet betalen, een tweetal voorschotten uit de gemeentekas te
verstrekken voor de financiering van de stichting van éên en dertig woningwetwoningen
in opgemelde dorpen;
1e. een grondvoorschot van ten hoogste drie honderd drie en dertig duizend zes
honderd vier en tachtig gulden en twee en tachtig cent 333.68h,82);
2e. voor de bouw van bovenbedoelde woningen inclusief centrale verwarming een
bouwvoorschot van ten hoogste twee miljoen acht honderd acht en veertig
duizend drie honderd en vijf en zestig gulden 2.8U8.3Ô5,1;
zulks onder de volgende voorwaarden:
a. voor rente en aflossing van het grondvoorschot en het bouwvoorschot moet door de
instelling aan de gemeente jaarlijks gedurende 75, resp. 50 jaren annuiteiten worden
voldaan, gebaseerd op het door het rijk vastgestelde rentepercentage
b. de annuiteiten onder a. bedoeld, zullen voor de eerste maal vervallen op de dagen,
nader door burgemeester en wethouders te bepalen, in verband met het tijdstip of de
tijdstippen, waarop de voorschotten zullen zijn uitbetaald;
c. bij faillissement of bij ontbinding of opheffing der instelling, alsmede indien de
voorwaarden, waaronder de voorschotten zijn verleend, niet worden nageleefd, worden
de voorschotten of de onafgeloste gedeelten daarvan terstond opvorderbaar
d. bij vervreemding of bezwaring van onroerende goederen der instelling, zonder goedkeuring
van burgemeester en wethouders, of anders van Gedeputeerde Staten, zal het bestuur
aan de gemeente verbeuren een bedrag van twee duizend gulden 2.000, waarvoor
de leden van het bestuur, die aan het besluit tôt vervreemding of bezwaring hebben
medegewerkt of zich daartegen niet hebben verzet, 00k na hun aftreden als bestuurslid
hoofdelijk ieder voor het geheel aansprakelijk zullen zijn, onverminderd het recht
der gemeente om, zo daartoe termen zijn, in plaats van de geldboete schade vergoeding
te eisen om de vervreemding of bezwaring niet als geldig te erkennen;