- 3 -
0. Voorstel inzake het instandhouden van de openbare lagere school voor
gewoon lager onderwijs te Hijum. (79/141] 1-4 155 m. (R. 035 m.]
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten.
9. Voorstel om ten behoeve van de reallserlng van het bestemmingsplan"It Skil"
te Stlens een perceel bouwgrond aan te kopen van mevr. A.T.Kardol-Attema
te Oosterbeek(79/1421-4 156 m. (R. 038 m.)
De heer Taltsma vraagt zich af, of het gelet op het gestelde in het streek-
plan niet beter is dit voorstel een jaar uit te stellen.
Wethouder Soepboer zegt van mening te zijn, dat dit perceel bouwland moet
worden aangekocht, omdat de eerste fase van dit plan reeds id goedgekeurd
en de tweede fase een vanzelfsprekend uitvloeisel van de eerste fase is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en
wethouders besloten.
10. Voorstel met betrekking tôt de centraleantenne-inrichting(79/143] 1-4
173m. (R. 103 m.
De heer Brameijer meent dat de gemeente in dezen wel een taak heeft.
Wel ziet hij graag dat wordt onderzocht of de centrale antenne-inrichting
ook vanuit Leeuwarden kan worden geregeld.
De heer Tulner zegt realist genoeg te zijn om te stellen, dat op de éénmaal
ingeslagen weg wellicht door zal moeten worden gegaan.
Gelet evenwel op de technische ontwikkelingenvraagt hij zich af of het
niet verstandig is een paar jaar met het doen van investeringen te wachten.
Wel vraagt hij zich af of het juridisch hard valt te maken, dat er een ver-
bod is om een antenne op het huis te plaatsen.
Ook vraagt hij zich af of een aansluiting op Leeuwarden toch niet realiseer-
baar is.
Tenslotte bepleit hij, dat deze aangelegenheid niet alleen van de technische
maar ook van de ethische kant wordt bekeken.
De heer Visser zegt zich af te vragen waar we mee bezig zijn.
Z.i. heeft de overheid voor wat betreft het scheppen vap meer kanaalkeuze
geen funktie.
Naar de mening van de heer Boersma dient goed te wordep nagegaan of er wel
voldoende belangstelling is.
Verder wijst hij op de uitspraak van de Hoge Raad, waaruit blijkt dat het
hebben van een t.v.-antenne niet verboden kan worden.
Z.i. moet op dit moment niet verder worden gegaan.
Door de heer Faber wordt om een nadere uitleg gevraagd^
Door de voorzitter wordt gezegd, dat zal worden onderzocht of samenwerking
met Leeuwarden op dit punt mogelijk is.
Wat betreft het verbod van t.v.-antennes wijst hij er op, dat dit privaat-
rechtelijk wordt geregeld.
Hij zegt van mening te zijn, dat met deze aangelegenheid wel door moet worden
gegaan.
Tenslotte merkt hij op, dat hij liever kabels onder de grond heeft, dan
allerlei antennes op de daken c.q. de erven.
- 4 -