- 3 - Vootzitter, de leden van mijn fractie zijn werkzaam in deze raad en daarbuiten, omdat ze geloven in vooruitgang, het groeiend vermogen van de mens om vorm te geven aan eigen bestaan. De mensheid echter lijkt dat vermogen niet of verkeerd te gebruiken. Met steeds meer middelen dreigt er steeds minder zicht op doelen. Los van oude zingevingen staan vele mensen in een leegte. Vluchten kan niet meer. Wie nu de hoop opgeeft, helpt mee de toekomst nog somberder te maken. Gelukkig hebben wij ook in het afgelopen jaar kunnen zien dat velen in onze gemeente die hoop nog niet hebben opgegeven. We denken dan allereerst aan die grote groep ôngenoemden die heel onopvallend door hun wijze van doen van zoveel betekenis zijn geweest voor de medemens. Ook denken we aan hen die in welke vereniging, verbond of kerk zich belangeloos hebben willen inzetten voor de ander. We denken aan de leden van het collège en de ambtenaren van deze gemeente die van laag tôt hoog hun arbeid hebben gedaan, ieder op zijn eigen wijze en overeenkomstig zijn karakter en gaven voor de burgers die de gemeente Leeuwarderadeel vormen. Er zijn wel eens gemeenteraadsleden die blijkens de inhoud van hun algemene beschouwingen van vorig jaar t.a.v. ambtenaren een ander standpunt huldigen. Mijn fractie wijst zo'n benadering echter met kracht af - ze is generaliserend en daardoor alleen al discriminerend. Voorzitter, ik wil eindigen met een ieder te danken, die in het afgelopen jaar heeft meegeholpen de burgers het gevoel te geven van gelijkwaardigheid.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1979 | | pagina 23